Wijn proeven – geur waarnemen

Vorige week zijn we begonnen aan een blog serie over wijn proeven. In het eerste deel is het beoordelen van het uiterlijk van de wijn aan bod gekomen. Deze week wil ik je meenemen in het beoordelen van de tweede stap; de geur waarnemen in wijn.

Geur waarnemen

Het zal je waarschijnlijk niet ontgaan zijn, maar vaak draaien mensen de wijn in hun glas rond (het zogenaamde walsen). Nu vraag je je misschien af waarom dat dat is. Zuurstof is een belangrijk element om geuren los te maken. Het is daarom van belang dat je een goed glas hebt om de wijn goed te kunnen laten walsen. Hiermee komt meer van de vloeistof in aanraking met zuurstof en komen dus geuren (en ook smaken) beter vrij.

Tevens is het van belang dat je het glas niet hoog bij de rand pakt. Want dan “besmet” je het glas met je eigen geur (parfum of lichaamsgeur), waardoor je de geur van de wijn minder kan waarnemen. Het beste is halverwege de steel van het glas om dan te walsen.

Na het walsen plaats je neus aan de rand van het glas en snuif kort en diep. Hierdoor neem je de conditie en aroma karakteristieken waar. Sommige karakteristieken zijn toegankelijker dan anderen. Nu gaan we kijken hoe we volgens WSET een proef notitie kunnen schrijven.

Geur waarnemen

Conditie

Allereerst beoordelen we de conditie. Wat is dit nu eigenlijk? Conditie betekent niets anders dan of er fouten in de wijn zitten. Een wijn kan er helder uit zien, maar dat wilt niet zeggen of de conditie zuiver is. De meest aansprekende fout is dat je “kurk” ruikt. Dit heeft niets met een slechte kurk te maken of zo. Maar de wijn kan bloot zijn gesteld aan de TCA bacterie. Deze bacterie kan zowel in het wijn maak proces (schoonmaken van installatie) als in de kurk fabricage terecht komen. TCA besmetting kenmerkt zich door een muffe natte karton geur (vandaar de verwijzing naar kurk).

Een andere waarneming kan reductie of juist het tegenovergestelde oxidatie zijn. Bij reductie is de wijn te weinig in contact met zuurstof gekomen tijdens het wijn maak proces. Je bemerkt dan een geur van rotte eieren of gekookte kool. Reductie kan gecompenseerd worden wanneer de wijn geopend wordt. In geval van oxidatie is de wijn juist teveel blootgesteld aan zuurstof. Dit is reeds aan de kleur te bemerken; deze is donkerder en bruiner dan de bedoeling is. De wijn mist de fruitige karakter en daarvoor in de plaats bespeur je chocolade, toffee, honing, karamel. Dit betekent natuurlijk niet dat wijn altijd foutief is wanneer je oxidatie bespeurd. Zowel reductie als oxidatie kan een bewuste keuze zijn in wijn maak techniek. Het gaat dan meer om het geheel van de observatie.

Brett (Brettanomyces) is een wilde schimmel die reeds op een druivenschil aanwezig kan zijn. Wijnen besmet met Brett is een langzaam groeiende gist die in moeilijke omstandigheden, zoals bij hoge alcohol percentage en weinig voedingsstoffen, kan overleven. De groei wordt gestimuleerd door kleine hoeveelheden zuurstof, zoals je die kunt vinden in niet goed bijgevulde vaten. Deze besmetting kenmerkt zich door animale geuren.

Overige fouten zoals slechte conditie (de wijn is te oud, of slecht bewaard – dan ruikt deze muf en steels), Zwaveldioxide wordt gebruikt in het wijn maken om het zuurstofcontact te beperken (waardoor de wijn fris en fruitig blijft) en voorkomt de groei van ongewenst schimmels en bacteriën (wat de wijn zuiver houdt). Omdat astma patiënten kunnen reageren op sulfiet, staat het op de fles vermeldt wanneer dit wordt toegevoegd. Echter, in het gistingsproces komt er ook natuurlijke sulfieten vrij, dus er bestaat geen sulfiet-vrije wijn! Wanneer een wijn een hoog sulfiet gehalte heeft, bemerk je de geur van pas ontbrande lucifers. Vluchtige zuren komen voor in wijn wanneer deze teveel is blootgesteld aan oxidatie in het wijn maak proces. Waardoor de wijn besmet is met azijn makende bacteriën. Dit kenmerkt zich door de geur van nagellakremover.

Intensiteit

De intensiteit is een heel subjectieve beoordeling. Je kan de volgende logica toepassen. Indien je de aroma’s kan ruiken zonder je neus in het glas te stoppen, kan je zeggen dat de wijn een “uitgesproken” geur intensiteit heeft. Indien je niet echt een idee hebt wat je nu precies ruikt, nadat je je neus in het glas hebt gehad, dan is de geur intensiteit “licht”. En de regel is anders “gemiddelde” intensiteit.

Ontwikkeling

Je kan de waar te nemen aroma’s onderverdelen in drie klassen; primair, secundair en tertiair. Primaire aroma’s zijn heel fruitige, florale aroma’s van de druiven. Bij jonge wijnen kan je aan de hand van de primaire aroma’s de verschillende druivensoorten onderscheiden.

Secundaire aroma’s zijn aroma’s die ontstaan in het wijn maak proces (zie ook de blog over wat proeven we in wijn). De beste voorbeelden is het contact met hout (levert vanille, toast of cederhout hinten), malolactische fermentatie (MLF; de omzetting van appelzuur naar melkzuur geeft boterachtige aroma’s), maar ook het spelen met de duur van gistcontact zoals je bemerkt bij de bubbels (je bespeurt aroma’s van biscuit, gist en dergelijke).

De laatste, tertiaire aroma’s vinden hun oorsprong in het rijpingsproces. Dit kan oxidatief zijn (zoals het rijpen of houten vaten) zodat er aroma’s vrijkomen van koffie, chocolade, toffee, karamel. Maar kan dus ook reductief zijn zoals bij het rijpen op een afgesloten fles, waardoor je hartige aroma’s van paddenstoelen of aardig kan bespeuren.

Over het algemeen kan gesteld worden dat wanneer wijn wordt gedomineerd door primaire en/of secundaire aroma’s de wijn nog jong is. Indien de geur kenmerken worden gedomineerd door tertiaire aroma’s dan is de wijn volledig ontwikkeld. Wanneer de wijn niet jong is en niet volledig ontwikkeld, classificeren we deze als “in ontwikkeling”. Als een wijn voorbij de volledige ontwikkeling is, en eigenlijk in kwaliteit achteruit gaat, dan is deze “vermoeid“.

Aroma karakteristiek

Maar welke primaire geur nemen we nu eigenlijk waar in wijn? Dat is bijzonder uiteenlopend en ook bijzonder persoonlijk. Ieder persoon proeft nu eenmaal anders. Ik zal hieronder een kort overzicht geven.

Floraalacacia, kamille, roos, viooltje
Groen fruitgroene appel, peer
Citrus fruitgrapefruit, citroen, limoen
Steen fruitperzik, abrikoos, nectarine
Tropisch fruitbanaan, lychee, mango, meloen
Rood fruitaardbei, framboos, rode bes, cranberry, rode kers
Zwart fruitbraam, zwarte bes, zwarte kers
Rijpheidgroene/witte peper, paprika, tomaat
Kruidachtiggras, asperge
Kruidigeucalyptus, munt, lavendel, dille
Een verkorte lijst van geur en smaak kenmerken

Wederom deze geuren worden niet toegevoegd aan een wijn, het zijn natuurlijke aroma’s die ontstaan door de groei van de druif en haar soort.

Volgende week komt het smaakpalet aan bod. Tot volgende week!

Wijn proeven

Je hebt wijn proeven en wijn proeven. Natuurlijk wanneer je wijn drinkt, proef je. Maar proef je ook echt welke smaken complexiteit aan je wijn toevoegt?

Er zijn reeds diverse artikelen gepubliceerd over wat je proeft in een bepaalde wijn, zie de voorgaande blogs. Maar hoe doe je nu wijn proeven, welke smaken kan je erin herkennen  en hoe kan je dit systematisch vast stellen? WSET heeft hier een methode voor ontwikkeld, die het inzichtelijk maakt om op een neutrale, onafhankelijk wijze de wijn te proeven, deze te beschrijven en de kwaliteit te beoordelen. Daar wil ik het met jullie over hebben in de komende blogs.

De drie onderdelen

Je kan het beschrijven van een wijn onderverdelen in drie categorieën; het uiterlijk, de geur en de smaak. Door deze drie categorieën te beschrijven, kan je tot een algehele conclusie komen. In deze blog hebben we het over het uiterlijk van de wijn.

Helderheid

Bij het beoordelen van het uiterlijk van de wijn kijk je naar de helderheid, de kleur intensiteit en de kleur zelf. De helderheid geeft aan of de wijn troebel is. Troebelheid wordt veroorzaakt door deeltjes die in de wijn verspreid zijn. Wanneer de wijn uitgegist is, ziet deze er troebel uit. Dit komt door (dode) gistcellen en/of pitdeeltjes die nog in de wijn aanwezig zijn. Dit kan op een fout in de wijn wijzen, maar kan ook met opzet zijn gedaan. Dit laatste is het geval bij natuurwijnen indien niet “geklaard” wordt. Klaren is het helder maken van wijn door het toevoegen van eiwitten (wat op problemen stuit bij veganisten). Hierdoor binden de deeltjes zich met het eiwit waardoor deze naar de bodem zakken. Vervolgens middels filtratie wordt de wijn helder gemaakt.

Kleurintensiteit

De kleurintensiteit geeft aan hoeveel kleur de wijn geeft (let op, niet welke kleur!). Intensiteit is de hoeveelheid kleur (pigment) die aanwezig is in de wijn en is o.a. afhankelijk van het druivenras. Maar ook in het wijnmaak proces is de intensiteit te beïnvloeden door de lengte van het schilcontact te bepalen (hoe langer het contact, hoe dieper de kleur).

Wanneer de kleur, die je in het midden ziet, doorloopt tot de rand van de wijn dan is de wijn diep van kleur. Het kan ook zijn dat de buitenste rand van de wijn waterig is en dus eigenlijk geen kleur meer heeft. Hoe groter de kleurloze rand hoe lichter de wijn is.

Bij rode wijn kan je de wijn boven een wit vel papier houden en van boven in het glas kijken. Pak met duim en wijsvinger het pootje vast, vlak onder de kelk. Zie je je duim en wijsvinger door de wijn heen dan is de intensiteit gemiddeld. Zak je met duim en wijsvinger naar het voetje en blijf je ze zien dan is de intensiteit licht. Kan je beide niet zien en kan je er niet of nauwelijks doorheen kijken dan is deze diep. Over het algemeen kan je zeggen; hoe ouder de wijn wordt, hoe minder diep van kleur deze wordt bij rode wijn. Maar bij witte wijn krijgt deze met de leeftijd een diepere kleur!

Kleur

WSET wijn beoordelen

En dan de kleur zelf. De kleur is de balans tussen de gehaltes aan rood, blauw, geel, groen of bruin in de wijn. Witte wijnen hebben doorgaans een citroengele kleur. Indien er een waarneembare groene tint in zit, is deze groengeel. Heeft de wijn een oranje of bruine tint, dan is de kleur goudgeel. Wijnen die duidelijk richting bruin gaan, worden omschreven als ambergeel of bruin.

Jonge wijnen hebben doorgaans een groene tint. Oude wijnen of wijnen die geoxideerd zijn, gaan meestal richting bruin.

Rode wijnen kennen een kleur schakering van paars tot bruin. De meest voorkomende kleur is robijnrood. Wanneer er een duidelijk blauwe of paarse toets te zien is, wordt de wijnkleur als paars omschreven. Is deze meer oranje of bruin, dan is het granaatrood. Is de wijn meer bruin dan rood, noem het dan roodbruin.

In het geval van rosé wijnen duiden we de zuiver roze incl een paarse tint aan als roze. Is er een oranje tint, dan duiden we de wijn aan als zalmroze. Is de oranje kleur dominant, dan duiden we de kleur aan als oranje. Deze zijn echter bijzonder zeldzaam.

Overige kenmerken

Tenslotte zijn er nog een paar algemene opmerkingen te maken omtrent het uiterlijk van de wijn. Alle wijnen tonen tranen ofwel benen (stroompjes wijn die aan de zijkant van het glas blijven hangen na het walsen). Wijnen die suiker bevatten of een hoog alcoholgehalte hebben, zijn stroperiger. Dit kenmerkt zich doordat de tranen dikker zijn en langer aanhouden.

Sommige stille wijnen tonen een lichte tinteling of “pétillance” door koolzuurgas. Hoe wel dit kan indiceren op een fout in de wijn (zoals hergisting of malolactische omzetting in de fles), worden sommige lichte, niet-houtgerijpte witte wijnen gebotteld met een beetje opgeloste koolzuurgas, voor een prettige frisheid en textuur.

Belletjes zijn van fundamenteel belang voor mousserende wijnen. Het is een algehele mis opvatting dat hoe de belletjes eruit zien, een aanwijzing is voor de kwaliteit van de wijn. Er zijn echter andere factoren, zoals eventuele onrechtmatigheden in het wijnglas, die van invloed kunnen zijn op hoe de wijn zich in het glas toont.

Conclusie

Het is dus niet zonneklaar vanuit het uiterlijk of een wijn nog goed is. Echter indien de wijn troebel én donkerbruin is, is de kans wel erg groot dat de wijn niet meer goed is. Vandaar dat geur en smaak er ook toe doen. Maar deze volgen nog!

Sint Catharinadal; verrassend goede wijn van Nederlandse bodem

Het klooster

Sinds 1647 verblijven de zusters van Norbertinessen van priorij Sint Catharinadal onafgebroken in  het Slotje de Blauwe Camer te Oosterhout (Noord Brabant). De zusters zijn experts waar het gaat om boek restauratie en kalligrafie. Maar om het voortbestaan van het klooster te waarborgen, werd in 2014 een begin gemaakt om weide en akkergrond geschikt te maken voor de wijnbouw. Naast de wijngaard is ook de voormalige koeienstal omgebouwd tot wijnhuis-restaurant; genaamd de Blauwe Camer.

Toegang tot Sint Catharinadal
Alsof je terug in de tijd gaat met het klooster in de verte

De wijngaard Sint Catharinadal

Sint Catharinadal wijngaard
Zicht op de wijngaard met de Auxerrois aangeplant

Het Sint Catharinadal-domein beslaat ongeveer 7.5ha met totaal 44km aan druivenplanten. Wanneer de wijngaard volgroeit is, kan deze bij gemiddelde tot goede oogst naar verwachting ongeveer 40.000 flessen wijn opbrengen. Tevens beschikt de wijngaard over een clos. Deze 1ha clos is een ommuurd perceel, welke door de beschutte ligging een hogere gemiddelde temperatuur kan bereiken. Tevens zijn de druivenranken beter beschermd tegen wind. Een hogere temperatuur heeft invloed op de groei van de druivenplant en de productie van druiven. Bij voldoende warmte stijgt tijdens de rijping het suikergehalte van het fruit – en daarmee het potentiële alcoholgehalte, terwijl de zuurgraad juist afneemt. Dit alles heeft invloed in de beleving van de wijn. Vandaar dat gekozen is om hier de rode druiven aan te planten, aangezien de rijping van een rode druif vaak langer duurt en meer warmte nodig heeft dan een witte druif.

In de wijngaard zijn de volgende druivensoorten aangeplant;

  1. Chardonnay
  2. Pinot Gris
  3. Pinot Blanc
  4. Auxerrois
  5. Pinot Noir
  6. Gamay

Met deze traditionele rassen (ofwel vitis vinifera) wordt overwegend witte wijn gemaakt. De Pinot Noir en Gamay worden tevens gebruikt voor een lichte, verfijnde rosé.

Vinificatie

De vinificatie (het daadwerkelijk maken van de wijn) gebeurd geheel op het klooster. Het wijnhuis beschikt over grote RVS tanks en ook eiken houten vaten voor de rijping van de wijn. En ja, dit is ook te bezichtigen! Het proces staat onder toeziend oog van Andries Burger, de wijnmaker van niemand minder dan de Zuid-Afrikaanse wijnproducent Paul Cluver. Via de goede connecties van Marc Mulder, eigenaar van All About Wine en beheerder van de wijngaard, is Andries de uitdaging aangegaan om kwaliteitswijn te maken in Nederland – iets wat hij in eerste instantie onmogelijk achtte. Het voordeel voor Andries is dat in Elgin hij ook in een koel klimaat werkt, en dat de oogst in Afrika tegengesteld is (in april-mei) aan die in Europa (in oktober). Je kan hier een leuke podcast luisteren met Marc over het klooster en de wijngaard.

De eerste oogst was van 2017 en was meteen een uitdaging; late vorst in het voorjaar en natte augustus en september maanden resulteerden in rot. Uiteindelijk werden er 11.000 flessen gebotteld.

Het tweede oogstjaar 2018 was van een heel andere orde. Er zijn toen 55.000 flessen gebotteld dankzij de hele mooie en warme voorjaar en zomer.

Inmiddels is er hard gewerkt aan het derde oogstjaar en deze wijnen – ongeveer 20.000 flessen – zullen één dezer weken beschikbaar komen. En natuurlijk zullen wij je niet onthouden hoe deze zal smaken.

Wijn notitie van de wijnen van het Sint Catharinadal

Nu vraagt je je natuurlijk af, kwaliteitswijn uit Nederland, hoe smaakt dat dan. Nu, ik zal je de proefnotitie niet onthouden. De zusters van het Sint Catharinadal produceren drie soorten wijn; een houtgelagerde chardonnay (en het paradepaardje), en blend en zoals gezegd een rosé.

Houtgelagerde Chardonnay 2018 Sint Catharinadal
Het pareltje van de wijngaard, de houtgelagerde chardonnay 2018

De houtgelagerde chardonnay is flonkerend en groengeel van kleur met een lichte intensiteit. De frisse, zuivere neus kent een medium geurintensiteit van appel en citroen. Verder bespeur je het vettige van boter (door mlf) en rokerige, vanille van houtrijping. Het Is een droge wijn, hoog in het zuur met gemiddeld alcohol. Je bemerkt het groene fruit, de room of boter en houtrijping. De wijn kent een aangename frisse afdronk met verlengde rook tonen. Dit jaargang lijkt beter in balans te zijn dan vorig jaar gelet op zuurgraad en hout. En zal menig persoon op het verkeerde been zetten denkend dat het een bourgogne wijn is!

De bleekgele blend van Auxerrois, Pinot Blanc en Pinot Gris kent een frisse geur van citrus en steenfruit. De verfijnde zuren geven de wijn een sprankelende frisheid van kruisbes, citrus, perzik. Met iets mineraligs. De wijn heeft een prettige afdronk, maar blijft niet te lang hangen en is gewoon een zeer plezant en verfrissend glas wijn.

St Catharinadal blend
De frisse blend van Auxerrois, Pinot Blanc en Pinot Gris
St Catharinadal Rosé
De fruitige rosé van de zusters.

Tenslotte de mooi zalmroze rosé. De 2018 oogst is beduidend beter dan de zeer zoete 2017. De wijn heeft een mooie neus van aardbeien en frambozen, met een grondige of minerale hint. Mede door de mooie verfijnde zuren komen deze smaken perfect terug in het palet van de wijn. De afdronk is mooi lang van deze niet al te complexe wijn. Maar is fantastisch op een mooie zomer middag of avond. Een absolute aanrader.

Conclusie

Natuurlijk is Sint Catharinadal niet de enige wijn producent in Nederland, sterker nog er zijn ruim 200 wijngaarden in Nederland! Helaas schrikken mensen soms van prijzen, maar om het commercieel interessant te houden voor de wijngaardbeheerders liggen prijzen wel iets hoger dan de gemiddelde prijs die Nederlanders aan wijn besteden. Mocht u hier meer over willen weten kunt u altijd contact met ons opnemen via het contact formulier of telefoon. Of je kan natuurlijk langs gaan bij de zusters!

Hoe en wat proeven we?

Hoe proeven we?

In de voorgaande blogs is het steeds gegaan over hoe wijn smaakt. Maar wat bepaalt smaak nu eigenlijk? Je proeft met smaakpapillen. Er zitten wel 10.000 papillen in je mond, waarvan de meeste op de tong. Er zijn vier basis smaken die men kan proeven; zout, zuur, zoet en bitter. Nu hoor je de laatste tijd steeds vaker dat er een vijfde smaak is; umami. Umami is het Japanse woord voor hartig of heerlijkheid.

Wat zijn eigenlijk smaken?

Smaak laat je genieten van eten en drinken. Wanneer je een stof in de mond neemt ontstaat er een chemische reactie  tussen de stof en de smaakpapillen. Deze reactie heet sensatie.

Elke smaakpapil bestaat uit honderden smaakgevoelige cellen die het signaal van smaak doorgeven aan de hersenen. Smaken zijn alleen waarneembaar wanneer deze zijn opgelost in speeksel. Dus wanneer de mond meer speeksel produceert, helpt dit bij het proeven en onderscheiden van smaken.

De vijf basis smaken

Smaken houden verband met typen voedsel/drank waar het lichaam op reageert. Elke smaak laat de papillen reageren om een sensatie teweeg te brengen. Zoetheid helpt ons energierijk voedsel te identificeren. Een bittere smaak fungeert als waarschuwing dat iets giftig kan zijn. Umami daarentegen geeft een signaal af van eiwitrijk eten. Iedere smaakpapil op de tong kan iedere smaak registreren, maar bij wijn proeven hanteren we vooral het volgende overzicht;

Smaak papillen
  • Vooraan op de tong de zoetheid (speeksel wordt dikker)
  • Zijkant-vooraan overwegend zout (maakt smaken sterker)
  • Zijkant-achteraan overwegend zuur (maakt speeksel dunner)
  • Achterop de tong bitterheid (geeft een droger mondgevoel)
  • Umami bevindt zich op de gehele tong
  • En laten we tannine niet vergeten, dit kenmerkt zich door de bitterheid op het tandvlees

Leuk detail is dat smaakpapillen ook op je gehemelte zit, welke belangrijk zijn voor de nasmaak. Bij het slikken duw je namelijk je tong tegen je gehemelte aan. Dit drukt de smaakstoffen tegen deze papillen waardoor de smaken extra worden benadrukt.

Ook het reukvermogen heeft een invloed op smaak, omdat de neusholte inwendig verbonden is met de mond. Wanneer je proeft, zullen de meeste mensen eerst ruiken aan de wijn. Hierdoor onderscheid je de eerste geuren. Wanneer je vervolgens de wijn in de mond neemt, worden de aroma’s voor de tweede keer waargenomen. Maar de perceptie is anders, omdat de vloeistof in de mond warmer wordt. Ook omdat de enzymen in ons speeksel het aromaprofiel van de wijn kan beïnvloeden. Omdat neus en mond zo verweven zijn, hebben externe factoren grote invloeden op ons reuk- en smaakvermogen. Wanneer iemand verkouden is of een allergische aanval heeft, zal je bemerken dat zowel je reuk- als je smaakvermogen drastisch vermindert.

Wat proef ik in wijn?

Maar hoe zit het dan met wijn en smaken? Waarom smaakt de ene wijn fruitig en de andere wijn juist niet? Nu, dit heeft diverse oorzaken. De druif die wordt gebruikt (bijvoorbeeld een torrontes is bijzonder “bloemig” daar waar een chardonnay heel “steels” is). De ene druif heeft veel profijt van wijnmaak techniek (zoals de chardonnay) daar waar de andere wijn voor zichzelf spreekt (zoals de torrontes dus).

Zoals gezegd de wijnmaak techniek heeft hier ook een invloed op. Wijnmaak technieken moet je denken aan malolactische vergisting; MLF (omzetten van zure appelzuren naar melkzuren), rijping op vat of stalen tanks (het eerste geeft smaakstoffen af, daar waar staal vanzelfsprekend geen additionele smaken afgeeft), of het laten liggen op lie (de wijn in contact laten met dode gistcellen). En zo zijn er nog vele andere invloeden.

Ook is de geografische ligging (zowel breedtegraad als hoogte) van groot belang. Net als het terroir (de bodem) en de klimatologische omstandigheden. Een pinot noir uit de Bourgogne (koel klimaat) zal heel anders smaken dan één uit Yarra Valley Australië (warm klimaat) deze neigen naar meer door ontwikkeld (gestoofd) fruit.

Conclusie

Is er dan een vuistregel hoe wijn kan smaken? Nou de conclusie is dus; eigenlijk niet. In een volgend blog zal ik verder ingaan op hoe je nu wijn kan proeven (ja er is meer tussen hemel en aarde dan alleen de wijn doorslikken…). En ook een aantal opties hoe wijn en eten elkaar kunnen versterken.

Orange wines

Wat zijn orange wines?

Heb je ooit gehoord van Orange wines? Niet? Je bent niet de eerste, en toch bestaat deze wijn al vele jaren. Het is een witte wijn gemaakt gemaakt op dezelfde vinificatie als rode wijn. Namelijk door de druivenschillen te weken in de most. Most is het versgeperste maar nog niet vergiste sap van de druiven. In de 20e eeuw gingen frisse witte wijnen de markt domineren en heeft er een “technische correctie” plaatsgevonden in het wijnmaak proces voor witte wijn. Schil weking werd niet meer toegepast voordat de fermentatie zou beginnen (wanneer suikers worden omgezet in alcohol). Schillen bevatten natuurlijke kleurstoffen, gisten, fenolen en tannines. Deze beïnvloeden de kleur, smaak en textuur van de wijn. Omdat in orange wines deze invloeden juist wel worden toegepast, verkrijgt deze haar specifieke kleur en volle body.

Geschiedenis

Zoals aangegeven bestaan orange wines reeds vele jaren. Deze vinificatie wordt al voor duizenden jaren toegepast in Georgië. Hier rijpen wijnen niet op (eiken) houten vaten, maar in grote aardewerken amforen (kvevri genaamd). Deze kvevri zijn in de grond begraven met de opening boven de grond. In het moderne wijn maken ligt wijn in kelders opgeslagen voor constante temperatuur en rijping/gisting. Door amfora’s in de aarde te begraven, krijg je hetzelfde gewenste effect.

Wijnkenmerken

Nu moet je niet denken dat orange wines altijd knaloranje zijn. Afhankelijk van het gebruikte druivenras, lengte van schilcontact en de vinificatie, varieert de kleur van geel tot oker en van rozig tot donker oranje. Doordat de wijn langer op schil heeft gelegen (soms wel tot meer dan een jaar), is de wijn stabieler en kan dus langer bewaard worden. Aanwezige tannines (wat je dus niet gewend bent van witte wijnen) hebben hier een belangrijke invloed in. Orange wines hebben een stevigere body dan de witte tegenhanger. Het mag nu dus wel duidelijk zijn dat orange wines toch echt anders zijn dan witte wijn.

Productie

Orange wines komt dus reeds duizenden jaren voor in het huidige Georgië. Maar ook voor honderden jaren in Italië en Slovenië. Echter tegenwoordig zie je dat orange wines uit een breed scala van landen kan komen; Duitsland, Oostenrijk, Spanje, Frankrijk. En ja zelfs Nederland (bijvoorbeeld wijngaard Dassemus uit Chaam). Ondanks de uitgestrektheid, wordt de markt niet overspoeld. Orange wines kenmerkt zich door de boutique productie. Het is echt een niche markt.

Wijnbeschrijving

Nu heb ik de eer gehad mijn hand te kunnen leggen op een fles uit Romagna, Italië. De Vitalba Albana van Tre Monti. De wijn heeft 100 dagen gerijpt in een Georgische kvevri en kent een biologische natuurwijn certificaat. De wijn is gemaakt van de in Nederland redelijk onbekende druif Albana. Maar lokaal in Romagna is deze bekroond met een eigen DOCG.

Vitalba, Albana in amfora van Tre Monti
De mooie, licht oranje Vitalba.

Samen met een goede vriendin heb ik genoten van deze wijn. De wijn is mooi licht oranje van kleur. De overdadige honing stuift uit het glas met een mooie minerale ondertoon. Ondanks de honing explosie verrast deze droogheid van deze wijn menig persoon. De wijn kent een mooie zuurgraad met volle romige body en gemiddelde tannine structuur. Ze kent een bloemig palet, licht citrus – ondersteunt door de zuren – en marmelade. De wijn blijft mooi lang hangen in de mond dankzij de mooie minerale afdronk.

Kortom de wijn is erg verrassend. Waar je een zoete wijn verwacht nadat je deze geroken hebt, is deze droog en erg complex met vele lagen. De wijn heeft een volle body met hoge alcohol (14.5%!), maar kent een mooi balans met hoge zuurgraad en primaire smaken.

Wijn-spijs

Nu is de vraag, wat gaat goed samen met zo een bijzondere wijn. De umami-rijke Aziatische keuken is een goede keuze (sushi, curries), maar ook gerijpte kazen en gerookte ham misstaan niet naast deze wijn.

Grüner veltliner

Uiterlijk

De grüner veltliner groeit in een compacte, langwerpige tros en heeft bladeren met diepe inkepingen. ‘De groene uit Veltlin’ is sterk en levert van nature veel druiven. Te hoge opbrengsten geven karakterloze wijnen, maar wie de groei beperkt, oogst druiven met bijzondere kwaliteiten. Een van de kenmerken is dat hij laat rijpt. Laatrijpende druiven hebben doorgaans een warme herfst nodig om zich volledig te ontwikkelen. Een goede grüner veltlineroogst betekent: rijpe, suikerrijke druiven met flinke, zachte zuren.

Oorsprong

Hoewel hij op meer plaatsen in Oost-Europa voorkomt en er op kleine schaal in Nieuw-Zeeland mee wordt geëxperimenteerd, hoort grüner veltliner bij Oostenrijk. Niet voor niets wordt deze druif beschouwd als de trots van Oostenrijk. Een van de drie wijnstokken daar is grüner veltliner. De druif komt het meest voor in Niederösterreich, het gebied ten noorden van Wenen. Engelstaligen kunnen de naam niet goed uitspreken en noemen hem liefkozend Gru-Ve, groovy, wat ‘gaaf’ en ‘geweldig’ betekent. De droge, frisfruitige Grüner Veltliners met duidelijke peperaroma’s komen uit het Weinviertel, de krachtiger soorten met minerale aroma’s komen onder andere uit Wachau.
Ook in Hongarije komt deze druif geregeld voor onder de naam Zöldveltelini.

Smaakkenmerken

Grüner Veltliners zijn meestal droog en verfrissend. Er zijn Grüner Veltiners met sappige aroma’s van wit fruit als appel en peer. Andere hebben juist het weelderige van meer exotische vruchten, zoals ananas en nectarine. Kenmerk van veel Grüner Veltliners is het kruidige toontje van versgemalen peper. Opvallend zijn de verfrissende maar tegelijkertijd zachte zuren. Zij geven de wijn pit en spanning. Hoewel er lekkere, op vat gelagerde Grüner Veltliners bestaan, is de druif in het algemeen beter af zonder rijping op nieuw eikenhout. Hout geeft te veel smaak af waardoor de delicate aroma’s en structuur van de druif niet meer goed tot hun recht komen. Zonder rijping op nieuw eikenhout kan hij zijn terroir beter tonen.

Wijn-spijs

Grüner Veltliner is de lieveling van veel sommeliers. Door zijn volle smaak met zachte zuren past deze wijn namelijk bij gerechten waar geen andere wijn bij te vinden is. In Oostenrijk zelf presenteren ze hun vlaggenschip graag bij wienerschnitzel, maar er zijn legio andere mogelijkheden. Een droge, geurige Grüner Veltliner is ook de perfecte partner van gewokte groene groenten, alles met paddenstoelen en van zoetzure Aziatische gerechten, waaronder koe loe yuk en curry.

Primitivo of Zinfandel?

In dit tweede deel wil ik het graag hebben over de Italiaanse primitivo en de Amerikaanse zinfandel

De primitivo is een druif die een volle wijn kan maken, afkomstig uit het zuid Italiaanse Puglia. De wijn kenmerkt zich door de donkere (intense) kleur, sappig van rijp gestoofd zwart fruit en kruidigheid. Doordat de druif veel suiker aanmaakt heeft de wijn vaak een hoog alcohol percentage.

De zinfandel daarentegen groeit in California,  USA en wordt vaak liefkozend “Zin” genoemd.  Ongeveer 10% van de Californische wijnareaal bestaat uit zinfandel. Zinfandel wordt vooral gebruikt om licht zoete witte wijn maar ook rosé te maken (blush-stijl; licht in alcohol waardoor jongeren deze ook mogen drinken). Echter sinds de jaren 90 van de vorige eeuw worden in de Amerikaanse AVA’s zoals Napa Valley en Sonoma County volle rode wijn gemaakt, veelal van oude wijn stokken. Deze wijn wordt gekenmerkt door  de smaak van blauwe bessen, cassis, en rijpe pruim. Maar ook kruidigheid in de vorm van peper en soms zelfs drop worden bespeurd. Indien de wijn houtrijping heeft gehad, zijn tonen van karamel en vanille merkbaar. Daarnaast kan de afdronk rokerig zijn.

Maar wat hebben deze twee, zo op het wijn makend oog, gemeen? Nou het blijkt dezelfde druif te zijn! Hoe de primitivo in Amerika is beland is onbekend. De oorsprong van de primitivo/zinfandel ligt in Kroatië, waar dezelfde druif crijenak kastelanski heet (of de oude naam tribidag welke reeds in 15e eeuw voorkomt). Er zijn inmiddels subtiele genetische verschillen ontstaan aangezien de drie druiven zo lang gescheiden zijn.

Misleidende druivennamen: Pinot Gris/Grigio

Achtergrond

Er zijn ontzettend veel druivensoorten, maar wist u dat er in verschillende regio’s verschillende namen worden gebruikt voor eigenlijk eenzelfde druif? Het meest aansprekende voorbeeld is denk ik wel pinot gris (vooral bekend uit Elzas, Frankrijk maar ook zeker bekend in Califonië US en Nieuw Zeeland) en pinot grigio (vooral bekend uit Trentino-Alto Adige en Veneto, Italië). Tevens is deze druif ook bekend onder de namen Rülander of Grauburgunder (Duitsland) en in Hongarije Szürkebarát. Origineel heette pinot gris in de Elzas Tokay d’Alsace. Maar dat is niet meer toegestaan om de verwarring met de Hongaarse Tokaji-druif te voorkomen. Tenslotte sta ik even stil bij de naam Malvoisie (Valais, Zwitserland) welke je niet dient te verwarren met Malvasia waar in Italië een zoete wijn van wordt gemaakt! Hoe bedoel je misleidende druivennamen, Pinot Gris/Grigio is een goed voorbeeld.

De pinot gris is een kleuren mutatie van de pinot noir. Vandaar dat de oorsprong dan ook in Bourgogne (FR) plaats vindt. In de Middeleeuwen werd deze druif daar Fromenteau genoemd. De naam pinot gris is geïntroduceerd rond 1783-1784 in de wijngaarden van Côte d’Or (Rézeau, 1997).

Viticulture

Ondanks dat dit dezelfde druif is, zult u bemerken dat de smaken erg verschillen. Oorzaak ligt in het terroir waar de wijngaard ligt en de wijnmaak technieken. De vrucht heeft van nature suikers maar weinig zuur. Daarom komt deze het best tot zijn recht in koelere klimaten; in warme klimaten zou dit leiden tot een wat saaie zoetige wijn. Doordat de schil weinig kleurstoffen bevat (deze is grijzig en neigt naar roze indien de druif goed rijp is) maakt men er vooral witte wijn en een rosé (vaak aangeduid als “Blush”). Echter in koel klimaat met veel neerslag is de kans op rotting groter, omdat de kleine druiven in compacte trossen op elkaar zitten. Wanneer de druif i.v.m. najaarsregens vroeg geplukt wordt, zal de druif zijn aromatische smaak nog niet ontwikkeld hebben en krijg je neutralere wijnen. In de Elzas wordt deze druif vaak laat geplukt (vendange tardive) wat deze wijn een milde tot zoete smaak geeft.

Pinot gris

De pinot gris is over het algemeen complexer, voller en iets wat zoeter van smaak. Abrikoos, banaan en mango zijn vaak kenmerkend aroma’s. Bij hoge kwaliteitswijnen, vaak de meer zoete die langer kunnen rijpen, zijn tonen van honing en gember waar te nemen. De wijn gaat, als een van de weinige wijnen, heel goed samen met (pittige) Aziatische gerechten. De volheid is een mooie aanvulling op de kruidige gerechten, terwijl het lichte zoete een goede combo is met de pittigheid. Tevens past deze ook heel goed bij kip of kalkoen gerechten.

Pinot grigio

De pinot grigio daarentegen is gelegen in het koelere hoger gelegen Trentino-Alto Adige en Veneto. De wijn is soepel en heeft frisse zuren en aroma’s van appel. peer en citrus. De wijn is perfect om direct te drinken en matched uitstekend bij Italiaanse ham en kaas of prima als aperitief.

Zomer

Yesss!! De zomer is aangebroken, en hoe! Er staat direct een hittegolf voor de deur. En dat terwijl we de nieuwe wijnen van 2019 nu de markt opkomen. De trend voor 2020 zijn fruitige rosé wijnen – het mierzoete is echt verleden tijd -, frisse witte wijn en soepele rode wijnen; zeker licht gekoelde, fruitige rode wijnen zoals een pinot noir of gamay. Niets wegleggen maar ready-to-drink!

Verder zie je ook steeds meer wijnen uit Nederland komen. Dit zijn over het algemeen toch de frisse fruitige wijnen met mooie zuren vanwege het koelere klimaat. Ons advies; ga deze zeker niet uit de weg deze zomer en probeer ze eens!

Natuurlijk blijven niches ook in ontwikkeling, natuurwijnen (biologische teelt, geen of beperkte toevoeging van sulfiet en geen toevoeging van chemische middelen), vegan wijnen (wanneer wijnen geklaard – helder gemaakt – worden, worden hier dierlijke eiwitten voor gebruikt. Echter bij vegan wijnen filtert men met een stof welke diervrij gemaakt is) en alcoholvrije wijn. De markt van deze laatste wijn groeit gestaag en er komen steeds betere exemplaren op de markt!

WSET Level 2 Intermediate

Het is heel spannend, Marc is net begonnen met een nieuwe serie wijn cursussen, maar dan even anders. En daar help ik hem bij als moderator voor de WSET Level 2 Intermediate.

Natuurlijk is niet alleen deze innovatieve aanpak spannend, ook WSET zelf kijkt over de schouder mee. Ook voor hun gaat er een nieuwe deur open. Samen met WSET verkent All About Wine de mogelijkheden.

Waar normaal gezellig bij elkaar wordt gekomen, is dat nu natuurlijk niet mogelijk. Dus is er online gegaan. In 4 cursusavonden wordt de theorie van WSET Level 2 Intermediate; gebieden, druivensoorten, hoe het klimaat invloed heeft op smaak (en nee, wanneer je abrikoos proeft in een wijn betekent dat niet dat er abrikozensmaak is toegevoegd!) en ga zo maar door.

En nu het proeven… daar moet nog even op gewacht worden, dat is tenslotte leuker om met zijn allen te doen. Dus hopelijk tot snel!