Parels uit massaproductie regio Danube

We sluiten de serie over Hongarije af met de regio over de meest bezongen rivier de Donau ofwel Danube regio. De regio is in 2006 in het leven geroepen ter vervanging van de wijngebieden die de Great Hungarian Plain vormden. Deze werd niet altijd met kwaliteitswijn geassocieerd. En de naamswijziging gaf de wijnproducenten die kwaliteit nastreefden nieuwe mogelijkheden. Dat  is inmiddels wel te merken, de wijnen zijn beduidend beter geworden maar kunnen zich (nog) niet meten met de gevestigde namen. Echter we kunnen toch wel parels vinden in de Danube regio die overwegend toch wel gericht is op massaproductie.

Parels in massaproductie regio Danube

Dit is de grootste wijnregio van het land en beslaat ongeveer 25% van de Hongaarse wijngaard arsenaal. Tevens, afhankelijk van het wijnjaar, brengt deze regio 33% van de Hongaarse druivenoogst op. De Great Hungarian Plain ofwel Alföld is een gebied van 52.000km2 en beslaat daarmee ook een groot oppervlakte van de Pannonian Plain. Om verwarring te voorkomen, de Great Hungarian Plain was geen onderdeel van de Romeinse provincie Pannonia – zie ook het artikel over Transdanubia. Het gebied kenmerkt zich door haar glooiende en rollende heuvels, maar kent soms extreme weersomstandigheden.

Klimaat

Gedurende de zomer kan extreme hitte en brandende zon schade aanrichten, terwijl in het vroege voorjaar en late najaar vorst condities op kunnen treden. Resultaat is redelijke wijnen die vooral zijn voortgekomen uit massa productie. Echter, zoals vermeld, tot 2006 toen de regio om werd gevormd naar Danube wijn regio. We vinden tegenwoordig plezierige goede wijnen afkomstig van vooral alluviale bodems waar kalkzandsteen overheerst.  Alleen de zuidelijk gelegen Hagós Baja en Csongrád is kleurrijker vanwege het rijkere mineraalgehalte in de bodem. Wijnen die afkomstig zijn van deze alluviale bodems zijn veelal lichte, fruitige en makkelijk drinkbare (tafel-) wijnen.

De meest voorkomende druivenvariëteiten zijn de lokale witte druiven Cserszegi Fűszeres en Ezerjó, maar Müller-Thurgau en de rode Kadarka vinden we terug.

Groots en wijds Kunság

Wanneer men het volledige areaal zou benutten, zou Kunság mogelijk het grootste aan een gesloten wijngebied van Europa kunnen zijn, met ongeveer 103.000ha oppervlakte. Maar slechts 20.500ha staat aangeplant. Kunság is in 1990 verzelfstandigt uit de Great Hungarian Plain en stond voorheen bekend onder de naam Kiskunság. Detail is dat de wijnregio Kunság niet de hele Kunság omvat, alleen het deel dat historisch bekend stond onder de naam Kiskunság. Daarom is de naam dus een beetje misleidend. We vinden hier alle drie de kleurvariaties terug maar het is vooral de thuisbasis van mousserende basiswijnen.

Geschiedenis

Documentatie omtrent wijnbereiding gaat terug naar de 11e eeuw en ging door tot in de Middeleeuwen. Het is helaas niet bekend of het kwalitatief goede wijnen waren. Het was vooral voor eigen consumptie en een klein deel export (vooral Duitsland en Oostenrijk). In 1779 vaardigde koningin Maria Theresia een decreet uit waarin werd aangedrongen op het planten van wijnstokken in de Great Plains om het stuifzand te helpen binden. De wijnbouw ging onverminderd door eind 18e eeuw, mede omdat de phylloxera-plaag geen invloed had vanwege de zandgronden. Terwijl ruim 90% van de wijngaarden in de heuvels van Hongarije vernietigd werden. Dit gaf natuurlijk een belangrijk (financieel) impuls in de regio. Vanaf 1970 kwam de focus te liggen op het aanplanten van kwaliteitsrassen en variëteiten voor mousserende wijn.

In de tweede helft van de 20e eeuw werd Alföld Nemes Kadarka (Edele Kadarka van de Grote Vlakte) geproduceerd. Het was een medium droge rode en laat geoogste wijn in kleine oplagen die populair was in zijn tijd. Het zuurgehalte van de Alföld Kadarka is relatief laag; het heeft echter meestal een hoger alcoholgehalte dan de meeste andere zwarte druiven. De lage tannine maakten het zeer toegankelijk voor de consument.

Klimaat

Het klimaat is continentaal met extreem weinig neerslag. Door de eerder genoemde risico’s in combinatie met de weinige neerslag is dit de minst betrouwbare regio als het gaat om opbrengstzekerheid van alle Hongaarse wijngebieden. De aanplant is zowel wit als blauwe druiven, veelal lokale rassen. De wijn is veelal massa productie en blends van verschillende druivensoorten. Het zijn lichte zachte wijnen met weinig complexiteit en uitermate geschikt als tafelwijn. Echter wanneer opbrengst in de wijngaard vermindert wordt, kunnen er ook kwalitatief betere wijnen ontstaan.

Het grootste kelderdorp in Hajós Baja

Deze regio heeft haar naam te danken aan de dorpen Hajós en Baja die hun eigen unieke cultuur kennen. Hajós kan zelfs beschouwd worden als een zeldzaamheid in het Karpatenbekken. Over parels gesproken in de massaproductie regio van de Danube. Vanzelfsprekend kent deze regio een gedeelde geschiedenis met de Great Hungarian Plain. Echter hier sloeg de phylloxera ongenadig hard toe en vernietigde de wijnbouw nagenoeg volledig. Pas in de jaren 60 van de 20e eeuw werd nieuw leven ingeblazen in de wijncultuur. Wijntoeristen zullen zeker waarderen dat het grootste kelderdorp van Europa zich in Hajós bevindt. Historisch was Hajós ook van groot belang, gelet op de ligging aan de oevers van de Donau. Hierdoor speelde ze een belangrijke rol in de handel over de Donau.

Hajós Baja ligt in het zuidwesten langs de Donau en de Slowaakse grens, op de westelijke hellingen van de Bácksa-lössrug. Aan de overkant van de Donau vinden we Szekszard. Het vormt een overgang naar de zandrijke Kunság regio. Het productiegebied is 14.800ha maar slechts 1.600ha staat aangeplant. De bodem is gevormd op een laag van löss en zandlöss met een hoger leemgehalte dan in Kunság. Dit is dan ook de kracht achter de kwaliteitswijnen die we hier vinden. Witte druiven aanplant overheerst met Cserszegi Fűszeres, gevolgd door Chardonnay, Riesling (Rajnai Rizling), Olivér Irsai en Olaszrizling. De belangrijkste blauwe variëteiten zijn Kékfrankos, Cabernet Sauvignon, Zweigelt, Oporto en Cabernet Franc. Maar de oudste druivensoort is Kadarka.

Wijn maken

De wijnen zijn overwegend zacht van karakter met een lagere zuurgraad. De witte en rosé wijnen worden gemaakt met een reductieve methode om hun fruit te benadrukken. Terwijl de rode wijnen diep van kleur zijn met aroma’s die beïnvloed zijn door houtrijping. De semi-mousserende wijnen die hier geproduceerd worden zijn overwegend gemaakt met koolzuurinjectie van Cserszegi Füszeres en Olivér Irsai druiven. Het zijn frisse aromatische wijnen. De mousserende wijnen volgens méthode traditionelle zijn wijnen met citrus en rijpere steenvruchten aroma’s. Door het hogere kalkgehalte, hebben de wijnen een aangename zuurgraad. Door de kleinschaligheid is dit echt ambachtelijk werk waarbij de flessen handmatig worden gedraaid.

Sziegl Pince Kadarka

Sziegl Pince Kadarka

De Sziegl familie heeft een mooie wijngaard die meer dan 80 jaar oud is, in het zuiden van Hajós Baja en brengt de wijn op de markt onder de naam Sziegl Pince (wat “kelder” betekent). Ze zijn in 2012 gestart maar produceren echt heel interessante wijnen. Deze wijn van de Herreberg wijngaard is 100% Kadarka. De druiven worden in 2 rondes geplukt om vervolgens gedurende 7 dagen te weken. Deels via maceration carbonique en deels als gehele tros. Na het persen vergist 85% van de wijn in Hongaars eiken vaten en 15% in RVS.

Deze heerlijke Kadarka wijn geeft aroma’s van delicaat rood fruit, met mineraalachtige diepgang en verfrissende zuurgraad. Schenk deze wijn licht verkoelend naast goulash of een andere paprika-gerecht.

Csongrád

In het zuidoosten van de regio op de rechteroever van de rivier Tisza vinden we Csongrád. Deze wijnen zijn nauwelijks verkrijgbaar buiten de regio en kent ook maar een handvol producenten. De regio is nog volop in ontwikkeling.

De eerste verwijzing naar de wijnbouw in de regio Csongrád is te vinden in het oprichtingscharter van de abdij van Garamszentbenedek (1075) en heeft betrekking op de wijngaarden rond het dorp Alpár in de buurt van de rivier de Tisza. Szeged en andere nabijgelegen marktsteden hadden al wijngaarden in de 14e eeuw. Ten tijde van de Turkse overheersing speelde wijn verrassend genoeg een belangrijke inkomstenbron. In deze tijd arriveerde de rode wijncultuur in de Balkan met Kadarka als belangrijkste variëteit. Phylloxera had ook hier minder grip. Doordat in de jaren 70 van de 20e eeuw de overheidssubsidies afnamen in Csongrád, stortte de wijnindustrie langzaam in elkaar. Ook na de verzelfstandiging van het gebied uit het grotere Great Hungarian Plain.

Wijngaardmanagement

De totale productie van het gebied is 14.300ha waarvan 2.600ha is geclassificeerd als eerste klasse en 8.500ha als tweede klasse. Slechts 900ha staat aangeplant. De bodem is overwegend kalkhoudend alluviaal zand afkomstig van de Tisza en deels van de originele Donau bedding. Het klimaat is extreem continentaal met zeer weinig neerslag. Maar met grondwater op 2 tot 3m diepte, hebben wijnstokken geen moeite om aan water te komen. De overvloedige zon en warmte draagt bij aan goede rijping en suikervorming. Vanwege de sterke droge wind die hier onafgebroken waait, zijn de druivenstokken laag bij de grond getraind zonder enige ondersteuning.

Iets meer dan de helft van de aanplant zijn witte druiven, voornamelijk Cserszegi Fűszeres, Kövidinka, Olaszrizling, Riesling (Rajnai Rizling) en Kunleány. De overheersende blauwe variëteiten zijn Kékfrankos en Zweigelt. Csongrád-wijnen hebben meestal een gemiddeld tot hoog alcoholgehalte, zijn gemaakt van extreem rijpe druiven en hebben meestal een lage zuurgraad. Deze fruitige wijnen zijn duidelijk anders dan die geproduceerd in andere delen van de Great Plain.

Krachtig en gevarieerd Pannon

Even ten zuiden van de wijnregio Balaton in Hongarije ligt Pannon. Deze regio is onderverdeeld in vier subregio’s waarvan Villany mogelijk de meest bekende is. Mede doordat in Pannon hier wijnen vandaan komen die krachtig zijn met een bodem die gevarieerd is. Het gebied wordt beïnvloedt door de Donau in het oosten, de Drava in het zuiden en het Balaton-meer in het noorden. De regio ligt in nagenoeg een aaneengesloten gebied van heuvels met veel zonneschijn en een aangenaam mediterraan meso-klimaat. De wijnregio omvat 7.800ha waarbij de bodem gedomineerd wordt door een löss bodem. De wijnproductie vindt hier reeds plaats sinds de Romeinse tijd en in tegenstelling tot de eerder besproken gebieden, domineert de blauwe druif de aanplant. Het zijn vooral de Bordeaux rassen Cabernet Sauvignon, Cabernet Franc en Merlot.

De wijnen in deze regio leveren een zachtere zuurgraad en rijpere evenwichtigere rode wijn dan in de gebieden ten noorden van het Balaton-meer. Ook zijn de witte wijnen meer ingetogen en zachter en minder levendig. Rassen die in andere delen van Hongarije niet goed rijpen, komen in krachtig en gevarieerd Pannon tot hun recht. De meest bekende wijnen zijn waarschijnlijk de Szekszárdi Bikáver en de Villány wijnen met volle body in Bordeaux-stijl. De regio kent in totaal vijf beschermde oorsprongsbenamingen, één voor elke regio en de overkoepelende Pannon.

Krachtig en gevarieerd Pannon

Net als we in de andere regio’s gezien hebben beslaat het kader een veel groter gebied dan de werkelijke aanplant.

De twee gezichten van Tolna

Bij het horen van de naam van het wijndistrict Tolna weten veel mensen niet precies wat het is. Dat komt omdat Tolna een van de jongste wijndistricten van Hongarije is. Het werd pas in 1998 aangewezen en bestaat voornamelijk uit het voormalige Völgységi-regio van het wijndistrict Szekszárd, aangevuld met een paar andere goede wijnbouwgebieden. Aan de andere kant is het een van de oudste wijndistricten van Hongarije, omdat het een 2000 jaar oude geschiedenis heeft als onderdeel van Szekszárd.

Het totale productiegebied is bijna 11.500ha groot, waarvan 7.363ha eerste klas is. Momenteel staat slechts 2.117ha aangeplant. De bodemstructuur is vrijwel hetzelfde; löss-leem en bruine bosgrond.  Het gebied heeft een gematigd landklimaat. Vergeleken met het wijndistrict Szekszárd zijn de Völgység en Noord-Tolna, die iets verder naar het westen liggen, iets koeler en iets natter. Het zuidelijke deel van de Mezőföld is echter iets warmer en droger. Dit doet denken aan het landklimaat van de Alföd in de Danube regio. Het heeft gunstigere neerslagcondities dan Szekszárd, dat regelmatig de lijdt onder droogte.

We komen hier bekende druivenrassen tegen zoals Chardonnay, Pinot Gris, Olaszrizling, Pinot Blanc en dergelijke. Ook van de blauwe druivenrassen komen we bekenden tegen zoals Kékfrankos, Bordeaux-rassen, Zweigelt en Kadarka. De witte wijnen zijn zacht mede onder invloed van de löss bodem en het koelere klimaat. Het zijn levendige fruitige wijnen. De rode wijnen zijn ook zacht en zeer goed gestructureerd door hun volle body en iets rijkere tannine. Vooral de Bordeaux-rassen kunnen goed rijpen wanneer de wijnbouw en kelder methodes zorgvuldig zijn. Denkend aan de hetere zomers van de afgelopen jaren, is het zonder twijfel dat het koelere klimaat in het profijt heeft gewerkt.

Illes Chardonnay 2019

Illes Chardonnay

Illes Borhaz is een kleine wijnmakerij die in 2014 is begonnen met 35ha grond.

In de rijke Chardonnay bespeur je in de aanzet mango en ananas, dan later perziken en groene appels. Op de achtergrond is er een beetje boter en toast te bespeuren door de malolactische omzetting en houtrijping. De complexe zuren en lichte zoetheid vormen een aangenaam smaakeffect, waarin je de vruchten kan ontdekken die ook voorkomen in het aroma en de tonen van houtachtige rijping. Geniet van deze wijn bij vis en witvlees, gevogelte, gerechten van jong kalfsvlees of zelfs voor desserts.

Beroemdheden in Szekszárd

Het wijngebied Szekszárd ligt tussen de Tolna-Baranyai heuvels en de Donauvlakte, ten westen van Sárköz. Aan de oostkant van de noord-zuid route van Szekszárd naar Báta liggen de wijngaarden die dit landschap zo beroemd maakten. Op deze oostelijke helling vindt u ook de beroemde wijngaarden van Õcsényi, Decsi en Sárpilisi, hoewel hun gelijknamige dorpen zelf 3-5 kilometer verderop liggen, op de voormalige uiterwaarden van de Donau. Het productiegebied beslaat zo’n 6.000ha waarvan 3.800ha staat geclassificeerd als 1e klas. Werkelijk staat er 2.038ha aangeplant. De dikke lössbedekking van de heuvels van Szekszárd biedt een uitstekende basis voor de vorming van bodems die gunstig zijn voor de teelt van blauwe druiven. Zoals reeds aangegeven kent ook Szekszárd een landklimaat maar het is hier droger dan in Tolna.

De geschiedenis is zeer indrukwekkend. Franz Schubert en zijn kwintet die het lied “Trout” inspireerde op de Szekszárd Kadarka en Franz Liszt die een welkome gast was in de regio.

De belangrijkste druivensoorten zijn Kékfrankos, Merlot, Cabernet Franc, Cabernet Sauvignon, Kadarka, Zweigelt en Pinot Noir. Onder de witte variëteiten zijn Olaszrizling, Riesling en Chardonnay de meest karakteristieke variëteiten. Szekszárd is bekend en gewild bij wijnliefhebbers, voornamelijk vanwege de rode wijn. De wijnen van Szkszárd hebben rijke aroma’s, levendige zuren en elegant. Ze onderscheiden zich van de rode wijnen van Hongarije. Deze wijnen kunnen vaak jong geconsumeerd worden, maar kunnen ook ouderen. In tegenstelling tot hun Villány tegenhangers, die echt weggelegd moeten worden.

Kleinschalig Pécs

Het wijndistrict Pécs ligt op de beschutte zuidelijke hellingen van de Mecsek, de glooiende hellingen rond Szederkény en Mohács, en de zuidoostelijke hellingen van de Zselic-heuvels. De wijnstokken worden geplant op hoogtes van 110 tot 300. Het sub-mediterrane klimaat wordt gevormd door de Mecsek-heuvels die de koude noordenwind tegenhouden en invloeden uit de Middellandse Zee. De winters zijn mild en, gunstig voor de groei van de wijnstok, warme dagen vroeg in het voorjaar. Daarmee is het het warmste wijndistrict van Hongarije met een lange groeiseizoen. Het wijndistrict wordt gekenmerkt door rode zandsteen en dolomietkalksteen, die wordt overwoekerd door los zand, klei en kalksteen. De hellingen van de Baranya Hills bestaan uit los zand en löss.

Het productiegebied beslaat weliswaar bijna 7.000ha – waarvan 6.400ha eerste klas is – terwijl slechts 700ha aangeplant staat en op 640ha echt actief wijnbouw plaatsvindt. Hiervan is 480ha met witte druiven aangeplant. We vinden hier een grote verscheidenheid aan druivenvariëteiten; zoals de witte Chardonnay, Irsai Olivér en Cirfandli. Maar ook de blauwe Bordeaux-rassen en Kékfrankos en Pinot Noir. Cirfandli-druiven zijn uniek voor Hongarije en zijn uitzonderlijk omdat ze kunnen worden gebruikt om droge, zoete, lichte of volle wijnen te produceren. Het warme klimaat en de lage regenval in de regio resulteren in volle wijnen, vaak rijk aan suiker en alcohol. Het relatief hoge suikergehalte wordt aangevuld met een zachte zuurgraad, waardoor wijnen goed in balans zijn. De wijnen hebben vaak een rijke kruidigheid; omdat de wijnen echter vaak geen zuurgraad hebben, rijpen wijnen uit de Mecsekalja relatief snel.

Bordeauxs twist in Hongaars Villány

In het zuidwesten van Hongarije, ten westen van de Donau en op de grens met Kroatië ligt Villány. Het is beroemd om haar rode wijn dat een twist is op de Bordeaux-blend. Villány deelt zijn breedtegraad (45,5 ° N) met de zeer noordelijke rand van Bordeaux. Maar de twee regio’s hebben heel weinig gemeen, afgezien van hun belangrijkste druivensoorten – Cabernet Sauvignon, Cabernet Franc en Merlot. Bordeaux heeft een uitgesproken zeeklimaat en worstelt om volledige rijpheid te bereiken in koele jaargangen. Geen van deze dingen geldt voor Villány, dat honderden kilometers van de dichtstbijzijnde zee ligt en gezegend is met een sub-mediterraan klimaattype. Niettemin is het mesoklimaat hier koeler en gematigder dan het warme, continentale klimaat elders in Zuid-Hongarije. Kijkend naar temperatuurkaarten, valt Villany op als merkbaar koeler dan de omliggende gebieden. Szekszárd, net ten noordoosten en Pecs, in het noorden, zijn twee van de warmste wijndistricten van Hongarije.

Het koele mesoklimaat van het district is te danken aan de aanwezigheid van de Villányi-Hegység – een lange, lage kalksteenrug, die ongeveer 18 kilometer oost-west loopt en 300 m boven de steden Villány en Siklós uitsteekt. De ondergrond varieert. Deels rijk aan kalksteen, maar ook löss waardoor de wijnen zachter worden, en bruine bosgronden. We kunnen bijna zeggen dat het gevoel van Bordeaux (vanwege de druiven) het Bourgondische landschap in Hongarije ontmoeten. Dat is ingegeven doordat de wijnranken die op de zuidelijke helling van de bergkam staan soms onderbroken worden door een bosrand of kalksteengroeve. Dit herkennen we ook in de Côtes de Nuits. Het productiegebied omvat 2.182ha waarvan 401ha staat aangeplant met witte druivenvariëteiten als Olaszrizling, Chardonnay en Hárslevelü en 1.781ha met blauwe druivenrassen als Bordeaux-rassen, Portugieser en Kékfrankos. Dit is dan ook het enige gebied waar de volledige productiezone gebruikt wordt!

Sauska Cuvée 13

Één van mijn persoonlijk favorieten zijn de wijnen van Sauska Borhaz. Hoewel ze gestart zijn in Tokaj, is de familie ook in 2008 een wijnmakerij in Villány begonnen.  De belangrijkste druivensoort is Cabernet Franc en de wijngaard beslaat ongeveer 80ha. De Sauska Cuvée 13 is een blend van Cabernet Franc, Cabernet Sauvignon, Merlot, Kékfrankos en Syrah. Met 14% is de wijn aan de stevige kant. De wijn is helder robijnrood, met een aantrekkelijke kruidenmix in de neus, vooral anijs en witte peper, gevolgd door rijpe zure kers en violet. Knapperig en fruitig in de mond met zwarte bessen-bosbessentonen en wat delicate rokerigheid. Kortom een heerlijke wijn!

Sauska Cuvee 13

Prachtig Tokaj en krachtig Stierenbloedwijn

Nadat we twee weken geleden Hongarije hebben geïntroduceerd gaan we de regio’s nu verder verdiepen. We beginnen in het noordoosten van Hongarije waar we naast de wijnen uit prachtig Tokaj, ook de krachtig en volle Stierenbloedwijn vinden. Deze week gaan we ons verder verdiepen in deze subgregio’s.

Prachtig Tokaj

De eerste wijnen waar menig wijnliefhebber aan denkt wanneer Tokaj wordt gezegd, zal ongetwijfeld de prachtig zoete dessertwijnen uit Tokaj zijn. Dankzij deze nectarachtige wijn gebotrytiseerde wijn is Tokaj lang het meeste gerespecteerde wijngebied van Hongarije geweest. Leuk feitje is dat zelfs in het Hongaarse volkslied men refereert aan deze wijnstreek; “Tokaj szolovesszein nektárt csepegtettél” (in de wijngaarden van Tokaj druppelde je zoete nectar). De regio ligt in het noordoosten tegen Slowakije aan. Ooit maakte het Slowaakse Tokaj deel uit van deze regio. Tokaj beslaat ongeveer 30 dorpen en heeft ongeveer dezelfde omvang als de Côte d’Or in Bourgondië. De belangrijkste centra voor de wijnhandel zijn de steden Mad, Tarcal en Tokaj zelf. Het gebied dat geschikt is voor wijnbouw in het wijngebied is 11.149 hectare, maar er is momenteel slechts 5.803 hectare onder wijnstokken.

Tokaj is ’s werelds tweede oudste wijnregio, die met koninklijk besluit in 1757 werd bevestigd. De eerste is Chianti in 1716. Maar de eerste aanwijzing van wijnbouw dateert reeds uit de 12e eeuw, maar er zijn aanwijzingen van eerdere activiteiten. Daar waar vroeger ook rode druivensoorten aangeplant waren, zijn nu alleen witte druivenvariëteiten toegestaan.

Prachtig Tokaj

Klimaat en geologie

Tokaj kent een continentaal klimaat met hete zomers en koude winters. Het wordt beschermd door het Karpatengebergte dat in een halve maan vorm om het gebied heen ligt. De vele zonneschijn in combinatie met mistvorming in de herfst vormen ideale omstandigheden voor de vorming van botrytis. De bodem is bijzonder divers. Op de hoger gelegen wijngaarden vinden we vulkanisch klei, terwijl de lager gelegen hellingen vooral bedekt zijn met löss. Dichterbij de oevers van de Bodrog heersen zanderige bodems. De regio omvat ongeveer 5.720ha aan wijnbouwgebied. Overigens is Tokaj in 2002 tot Werelderfgoed benoemd. Documentatie bewijst dat de wijnteelt hier terug gaat naar 1561 en nog steeds (deels) op dezelfde authentieke wijze plaatsvindt. Hiermee is Tokaj aszu ’s werelds oudste gebotrytiseerde wijn!

Een ander uniek gegeven is dat in de periode 1400 tot 1600 na Christus een uitgebreid systeem van kelders is uitgehouwen uit massief gesteente. Ze zorgen voor een constante temperatuur van 10-12C. De kelders zijn bedekt met de kenmerkende schimmel die zich voedt met alcohol die tijdens het rijpen verdampt.

Dr druivensoorten voor Tokaj zijn Furmint, Hárslevelú, Sárga Muskotály (Muscat Blanc) en Kabar. Furmint is de dominante druivensoort, deze levert de hoge zuurgraad en suiker niveau die zo belangrijk zijn voor de lange bewaarpotentieel en het kruidenachtige aromaprofiel. Met het aroma profiel onderscheid deze wijn zich van de andere dessertwijnen.

Hoe wordt Tokaj gemaakt?

De aszú (gebotrytiseerde) wijn is dus gemaakt van de druiven die geïnfecteerd zijn met de botrytis schimmel. Deze schimmel droogt de druif uit waardoor de suikers concentreren.

Puttony

De zoetheid van de wijn wordt uitgedrukt in “puttonyos”. Een puttonyo is een grote mand die men gebruikt voor de oogst. De traditionele wijze om de zoetheid van de wijn te meten wordt berekend door het aantal manden dat toegevoegd wordt aan een vat van 136lt basiswijn.

Tegenwoordig meet men dit meer precies. De dessertwijn begint bij 3 puttonyos wat ook op de fles vermeld staat en omvat 25gr/lt restsuiker. Elke extra puttonyos voegt 5gr/lt restsuiker toe. Deze schaal gaat tot 6 puttonoys. Daarna komt nog de Aszu Aszencia. Dit is een zeer zeldzame aszu wijn in de allerzoetste stijl. Met maar liefst 800gr/lt restsuiker is ze zeer laag in alcohol (5%). Het is onverdunde nauwelijks gefermenteerde druivensap van gebotrytiseerde bessen. Dit is dan ook wijn dat meer dan 200 jaar kan rijpen.

Vanzelfsprekend zijn niet alle bessen geïnfecteerd, dus is er ook een niet-zoete Tokaj wijn. Dit is de Szamorodni, wat letterlijk “zoals het werd geteeld” betekent. Deze wijn is echter pas sinds het nieuwe millennium in beeld gekomen. Het zijn vaak raszuivere wijnen zoals Tokaj Furmint, Tokaj Hárslevelu of Tokaj Zeta (Oremus). Binnen deze stijl zijn er droge (száraz) tot zoete (édes) varianten beschikbaar. Om een vergelijking met de aszu wijnen te trekken. De édes kan je vergelijken met 2 tot 3 puttonyos. Doordat deze wijnen vaak geoxideerd rijpen, krijgen ze vaak een sherry-achtig karakter.

Opper Hongarije

Tussen Budapest en Tokaj ligt het district Opper Hongarije. Dit bestaat uit drie belangrijke regio’s Mátra, Bükk en Eger. De wijngaarden staan aangeplant op de hellingen van Bükk en Mátra, wat de hoogste bergen van Hongarije zijn, en bestrijken 13.000ha. Wat deze regio uniek maakt is dat de wijngaarden meestal op een hoogte tussen 200 en 300m liggen, terwijl aan de kant van Nagy-Eged heuvel deze op 500m hoogte liggen. Ook hier ondervinden de wijngaarden bescherming van de Noordelijke Centrale bergen.

Opper Hongarije met Stierenbloedwijn

Bükk

 Ten zuidwesten van Tokaj vinden we Bükk. Hier vind je vooral knisperend frisse en fruitige rode en witte wijnen. De belangrijkste druivensoorten zijn Kékfrancos (Blaufränkisch), Leányka, Olaszrizling (Welschriesling), Zweigelt, Chardonnay en lokale Cserszegi Fuszeres en Zenit. Vooral de experimenten met Zenit zijn veelbelovend! Het is niet verwonderlijke dat de Oostenrijkse druivenrassen zeer populair zijn, gelet op de innige historische band die de twee landen hebben gehad.

Het totale productiegebied omvat ongeveer 17.600ha en is onderverdeeld in twee klassen; Klassiek Bükk en Terroir Bükk. Voor de klassieke variant moeten de druiven uit de Bükk regio afkomstig te zijn. Chaptilisatie is niet toegestaan en het gebruik van houten chips is verboden. Het alcoholpercentage dient tussen de 11.5% en 14% te liggen na een rijpingsperiode van 6 maanden. De terroir gedreven wijn is afkomstig van druiven van Eerste Klasse wijngaarden waar deze handmatig geselecteerd moeten worden. Wijngaard beheer behoort biologisch te zijn. De wijn moet 6 maanden te rijpen op vat om vervolgens nog 6 maanden te rijpen op fles.

Het klimaat in Bükk wordt vooral bepaald door het Bükk-gebergte in het noorden dat de bescherming biedt. Echter de winters kunnen toch erg koud zijn. De lente heeft de neiging om pas laat haar intrede te doen, terwijl de eerste vorst zich vaak al in oktober meldt. Dit maakt het seizoen dus erg kort.

De geschiedenis van wijnbouw gaat terug naar een publicatie uit 1313. In de 18e eeuw bloeide de wijnproductie en de wijnhandel, mede onder invloed van Tokaj. Terwijl in de 20e eeuw Bükk vaak in de schaduw van Eger heeft gestaan. Maar eigenlijk is dit allemaal zeer onterecht. Bükk produceert zelf ook heel prettige wijnen.

Een Chardonnay uit Bükk kenmerkt zich kruidige wijnen met aroma’s van appel, rijpe peer en perzik. Aangenaam zacht romig met een prettige lange afdronk. Vooral lekker als aperitief of bij een romig vegetarisch gerecht. Maar vooral de rode wijnen zijn buitengewoon lekker. Neem bijvoorbeeld Medea van Sandor Zsolt. Deze biologische wijn die 14 maanden houtrijping geniet is een kruidenbom die gedomineerd is door zwarte bessen, kruidnagel en kaneel. Aanbevolen bij stevige gerechten als een stoofpotje. Helaas genoeg worden de meeste wijnen lokaal geconsumeerd en zijn dus internationaal lastig verkrijgbaar.

Matra

Het dichtst bij Budapest vinden we Mátra wat gelegen is tegen de lager liggende uitlopers van het Mátra gebergte. Hier produceert men aromatische witte wijnen, en in beperkte volume, mooi gestructureerde rode wijnen. Een hele reeks witte aromatische druivensoorten zijn toegestaan zoals Olaszriesling (Welschriesling), Müller-Thurgau en Muscat Ottonel. Maar ook Kékfrancos (Blaufränkisch), Cabernet Sauvignon en Zweigelt.

Hoewel het productiegebied 32.500ha omvat, waarvan 24.200ha als Eerste Klasse is aangemerkt, is slechts 6.000ha aangeplant. Deze beperkte aanplanting is gelegen op vulkanisch gesteente, op naar het zuiden gelegen hellingen. Eigenlijk vond er een grote omslag plaats na de phylloxera-plaag. Daarvoor stond er vooral de rode Kadarka aangeplant. Maar na de plaag kwamen vooral witte druivensoorten terug.

De bodem is significant anders, bosgronden, arm aan kalk en humusrijk. Dit maakt de wijnen zo mooi complex in combinatie met de rijke aromatische druivensoorten die aangeplant staan.

Serveer de kruidige witte, ronde wijn bij gevogelte of lamsvlees gerechten.

Eger

Wanneer Tokaji de meest onevenaarde wijn van Hongarije is, dan is Eger Bikavér wel de beroemdste rode wijn van het land. Deze stijl, wat een complexe blend van verschillende druiven met een donkere schil is, werd voor het eerst gemaakt eind 19e eeuw in Szekszard. De doorbraak kwam in de jaren 70 toen het staatsbedrijf Egervin de stijl monopoliseerde en internationaal op de kaart zette. Deze blend kent maar liefst negen druivenvariëteiten, te weten Kadarka, Kékfrankos, Zweigelt, Blauburger, Kekmedoc, Cabernet Franc, Cabernet Sauvignon, Merlot en Pinot Noir. Geen van deze variëteiten mag meer dan 50% bedragen, maar Kadarka en Kékfrankos nemen samen wel vaak een groot deel van de blend voor hun rekening. Een goede Bikavér is diep paars-karmozijnrood van kleur met zachte tannine een gemiddelde body met aangename zuurgraad en kruidige primaire aroma’s.

Ook vind je beperkte hoeveelheid witte wijn van vooral Olaszrizling (Welschriesling), Leanyka en Hárslevelyu. Maar deze benaderen de Bikavér geenszins. Het productiegebied omvat maar liefst 22.000ha waarvan 18.300ha tot de eerste klasse behoort. Echter de totale aanplant is slechts 5.700ha.

Eger heeft een redelijke bescherming van het Bükk gebergte in het noordoosten en de uitlopers van de Mátra in het westen. Daarom hebben de koude winden van het Karpatengebergte weinig invloed. Hoewel de zomers zeer heet kunnen zijn (ook wel boven de 40C), compenseert de barre winters de gemiddelde temperatuur. Hierdoor is de regio één van de koelste van Hongarije met een gemiddelde temperatuur 10C. De regio ligt op dezelfde breedtegraad als het bekende Oostenrijkse Neusiedlersee. Ook in deze regio vinden we de Kékfrankos en Bordeaux-variëteiten hetgeen natuurlijk geen toeval is. Geniet van deze wijn naast een rijk (wild) vleesgerecht, gevogelte in (licht) pikante saus) of stoofvlees.

De wijnlegende van Bikavér

De geschiedenis van Eger gaat terug tot in de 10e eeuw. Koning Stefanus I stichtte de stad en bisdom in Eger. Dit ondersteunde de verdere ontwikkeling van wijnbouw. Vervolgens branchten de Waalse kolonisten in de 11e eeuw de Franse wijnkennis. De beroemdste wijngaard, Eged-hegy, is vernoemd naar St Egyed. Eén van de patroonheiligen van een benedictijns abdij in Frankrijk.

Echter in de 16e eeuw vielen de Turken het land binnen. Toen de Turkse troepen de stad Eger belegerden, stuitten ze op een heftige weerstand. Hierdoor dachten de Turken dat de inwoners zich versterkt hadden door het drinken van het bloed van de stieren (bikavér). En zo ontstond de bijnaam voor de wijn Bikavér of wel “Stierenbloed”. Ondanks de alcohol onthouding van de Turken, werd de wijnproductie niet stopgezet omdat de belasting op wijn een goede inkomstenbron vormde.

Ben je nu ook nieuwsgierig geworden naar deze prachtig zoete wijn uit Tokaj of de krachtig en volle Stierenbloedwijn? Kijk dan ook eens op www.tokajwijnen.nl of neem even contact met ons op.