Wijn proeven en beoordelen

In de afgelopen twee weken hebben we het gehad hoe we wijn kunnen proeven volgens de WSET-methode. Nadat we het eerst het uiterlijk hebben beoordeeld, hebben we daarna kennis gemaakt met het waarnemen van de geur. Vandaag gaan we dieper in op hoe we wijn proeven en beoordelen. Dit noemen we ook het palet van de wijn.

Suikergehalte, zuurgraad en tannine zijn belangrijk om dat deze bijdragen aan het balans en de stijl van de wijn. Daarnaast zijn deze drie componenten de belangrijkste indicatoren om wijn te matchen met voedsel.

Om het palet van een wijn te beoordelen gebruik je je smaakvermogen (om suikergehalte, zuurgraad en bitterheid vast te stellen), het mondgevoel en geur (voor de smaak karakteristieken).

Smaak papillen

Alle delen van de tong zij gevoelig voor smaken, maar sommige delen zijn gevoeliger dan anderen. Dit is reeds in detail beschreven in een eerder blog. Maar komt op neer dat de voorkant van de tong vooral de zoetheid vast stelt. De zuurgraad door de zijkant langs de tong en bitterheid achterop de tong.

Om het beste resultaat te krijgen bij het doordacht proeven van wijn is het van belang dat je maar kleine slokjes neemt. Om vervolgens lucht aan te zuigen tussen je lippen. Dit zorgt ervoor dat de wijn zich door je mond verspreidt (een coating over je tong aanbrengt) en de dampen achterlangs je neus bereiken. Zo “proef” je de aroma karakteristieken van de wijn.

Wanneer we volgens WSET het palet beoordelen, dan komen de volgende aspecten aan bod; zoetheid, zuurgraad, tannine gehalte, alcohol niveau, mondgevoel (body), sprankelendheid, smaak intensiteit en karakteristieken en tenslotte de afdronk. We gaan nu in op deze aspecten.

Zoetheid

Zoals gezegd zitten de belangrijkste receptoren van zoetheid in het puntje van de tong. Zoetheid geeft de mate van suikergehalte in de wijn. Echter, ook hoger alcohol en glycerol geeft de perceptie van zoetheid. Glycerol is een bijprodukt van de alcoholische vergisting. De meeste wijnen zijn droog (suikergehalte tot 4 gram suiker per liter). Boven de 45 gram suiker per liter wordt een wijn geclassificeerd als “zoet”, zoals Sauternes en port-wijn. Indien de wijn echt zoet is (het glazuur springt van je tanden bij wijze van spreken) spreken we van “erg zoete” wijn, zoals Rutherglen Muscats en Trockenbeerenauslese. Deze kunnen suikergehaltes tot wel 150 gram suiker per liter bevatten! Riesling is over het algemeen een hele mooie druif om als voorbeeld te nemen; deze druif kan van gortdroog tot mierzoet gemaakt worden en alles wat er tussen zit.

Zuurgraad

Zuren geven de frisheid aan de wijn en samen met alcohol zorgt de zuurgraad voor een onveilige omgeving voor microben. De belangrijkste zuren zijn wijnsteenzuur en appelzuur (afkomstig uit de druif) en melkzuur (afkomstig uit het wijnmaak proces). Zuren worden het best opgevangen door de zijkant van de tong waar het een scherp tintelende sensatie geeft wat vervolgens voor speeksel zorgt omdat de mond probeert het natuurlijk zuurgehalte in je mond te herstellen. Hoe meer speeksel wordt aangemaakt, hoe hoger de zuurgraad is van de wijn. Over het algemeen kan je stellen dat wijnen met een hoge zuurgraad afkomstig zijn van een koel klimaat. Houdt er rekening mee dat zuurgraad en zoetheid elkaar kunnen maskeren, mooie voorbeelden hiervan zijn Canadese ijswijn of Hongaarse Tokaji.

Tannine

Tannine is afkomstig van de druivenschil, steeltjes en pitjes. Deze verbindt proteïne in je speeksel waardoor je een droog mondgevoel krijgt en voelt ruw aan op je tandvlees. Het geeft rijkheid aan de textuur van de wijn, maar ook een bittere smaak. Tannine komt alleen voor in wijnen die schilcontact hebben gehad. Kort genomen zijn dat alleen rode wijnen en rosé, aangezien schilcontact de kleur bepaalt. De wijnmaak techniek kan grote invloed hebben op de tannine. Onrijpe druiven geven een heel ruwe tannine, echter een goede cabernet sauvignon met weinig houtrijping (wat de scherpe kantjes van de tannine af kan halen) geeft dezelfde tannine ervaring. Terwijl een goede syrah uit een heet klimaat met een hoge concentratie van zijdezachte volle tannine helemaal niet ruw overkomt.

Alcohol

De viscositeit van de wijn bepaalt het alcoholgehalte. Hoe hoger de alcohol, hoe zwaarder de wijn lijkt te zijn. Terwijl een lichte alcoholische wijn eerder waterig aanvoelt. Een hoge alcoholische wijn kan ook branderige sensatie geven wanneer je deze doorslikt of uitspuugt. Dit kan ook een tintelende sensatie geven, waardoor het te verwarren is met zuurgraad – maar kijk dan naar het aanmaken van speeksel.

Body

Het mondgevoel is de textuur die je ervaart wanneer je wijn in je mond neemt. Het is een algehele impressie gecreëerd door het samenspel van alle structurele componenten. Alcohol is de grootste bijdrager aan de body, daarnaast voegen het suikergehalte en het fruit extract waarde toe. Hoge zuurgraad laat een wijn over het algemeen lichter in body ervaren. Een wijn die hoge alcohol heeft, mooie rijpe tannnines en hoge fruit intensiteit kent een hoge body (bijvoorbeeld een hoge kwaliteit Bordeaux wijn of Argentijnse Malbec). Een wijn met laag alcohol, hoge zuren en delicaat fruit kent een laag mondgevoel (bijvoorbeeld een simpele pinot noir).

Mousse

Mousse zijn de bubbels in een sprankelende wijn zoals cava, prosecco, champagne. Deze zijn creamy (levendige sprankel zonder te agressief te zijn), agressief (wanneer ze heersend zijn in de smaak maar snel weg ebben) of delicaat (wanneer ze zacht en fijntjes zijn).

Smaak intensiteit en karakteristiek

De wijn in je mond past aanpast aan je lichaamstemperatuur, Smaak intensiteit en karakteristiek proef je doordat de temperatuur van de wijn in je mond wordt verhoogd naar je lichaamstemperatuur. Dat draagt bij dat aromatische moleculen je neus binnendringen vanuit je mond. Meestal zullen de smaak karakteristieken overeen komen met de geur karakteristieken. Echter door de verhoogde temperatuur kunnen andere aroma’s worden geïdentificeerd. De aardse smaken en specerijen neigen beter door smaak geïdentificeerd te worden. Fruitige en vegetale aroma’s zullen eerder door de geur bepaald worden.

Afdronk

De afdronk is het collectief van alle sensaties die je hebt ervaren door het proeven van de wijn. Hoe langer de afdronk na-ijlt (let op wel van gewenste aroma’s), hoe beter de kwaliteit van de wijn is. Indien een wijn een lange bittere afdronk kent met weinig fruit, heeft de wijn een korte afdronk.

Over de finale conclusie van alle drie de componenten zal ik een volgende keer ingaan. Maar ik hoop dat ik je nu meer duidelijkheid heb gegeven in hoe je een wijn écht kan proeven en beoordelen.

Sint Catharinadal; verrassend goede wijn van Nederlandse bodem

Het klooster

Sinds 1647 verblijven de zusters van Norbertinessen van priorij Sint Catharinadal onafgebroken in  het Slotje de Blauwe Camer te Oosterhout (Noord Brabant). De zusters zijn experts waar het gaat om boek restauratie en kalligrafie. Maar om het voortbestaan van het klooster te waarborgen, werd in 2014 een begin gemaakt om weide en akkergrond geschikt te maken voor de wijnbouw. Naast de wijngaard is ook de voormalige koeienstal omgebouwd tot wijnhuis-restaurant; genaamd de Blauwe Camer.

Toegang tot Sint Catharinadal
Alsof je terug in de tijd gaat met het klooster in de verte

De wijngaard Sint Catharinadal

Sint Catharinadal wijngaard
Zicht op de wijngaard met de Auxerrois aangeplant

Het Sint Catharinadal-domein beslaat ongeveer 7.5ha met totaal 44km aan druivenplanten. Wanneer de wijngaard volgroeit is, kan deze bij gemiddelde tot goede oogst naar verwachting ongeveer 40.000 flessen wijn opbrengen. Tevens beschikt de wijngaard over een clos. Deze 1ha clos is een ommuurd perceel, welke door de beschutte ligging een hogere gemiddelde temperatuur kan bereiken. Tevens zijn de druivenranken beter beschermd tegen wind. Een hogere temperatuur heeft invloed op de groei van de druivenplant en de productie van druiven. Bij voldoende warmte stijgt tijdens de rijping het suikergehalte van het fruit – en daarmee het potentiële alcoholgehalte, terwijl de zuurgraad juist afneemt. Dit alles heeft invloed in de beleving van de wijn. Vandaar dat gekozen is om hier de rode druiven aan te planten, aangezien de rijping van een rode druif vaak langer duurt en meer warmte nodig heeft dan een witte druif.

In de wijngaard zijn de volgende druivensoorten aangeplant;

  1. Chardonnay
  2. Pinot Gris
  3. Pinot Blanc
  4. Auxerrois
  5. Pinot Noir
  6. Gamay

Met deze traditionele rassen (ofwel vitis vinifera) wordt overwegend witte wijn gemaakt. De Pinot Noir en Gamay worden tevens gebruikt voor een lichte, verfijnde rosé.

Vinificatie

De vinificatie (het daadwerkelijk maken van de wijn) gebeurd geheel op het klooster. Het wijnhuis beschikt over grote RVS tanks en ook eiken houten vaten voor de rijping van de wijn. En ja, dit is ook te bezichtigen! Het proces staat onder toeziend oog van Andries Burger, de wijnmaker van niemand minder dan de Zuid-Afrikaanse wijnproducent Paul Cluver. Via de goede connecties van Marc Mulder, eigenaar van All About Wine en beheerder van de wijngaard, is Andries de uitdaging aangegaan om kwaliteitswijn te maken in Nederland – iets wat hij in eerste instantie onmogelijk achtte. Het voordeel voor Andries is dat in Elgin hij ook in een koel klimaat werkt, en dat de oogst in Afrika tegengesteld is (in april-mei) aan die in Europa (in oktober). Je kan hier een leuke podcast luisteren met Marc over het klooster en de wijngaard.

De eerste oogst was van 2017 en was meteen een uitdaging; late vorst in het voorjaar en natte augustus en september maanden resulteerden in rot. Uiteindelijk werden er 11.000 flessen gebotteld.

Het tweede oogstjaar 2018 was van een heel andere orde. Er zijn toen 55.000 flessen gebotteld dankzij de hele mooie en warme voorjaar en zomer.

Inmiddels is er hard gewerkt aan het derde oogstjaar en deze wijnen – ongeveer 20.000 flessen – zullen één dezer weken beschikbaar komen. En natuurlijk zullen wij je niet onthouden hoe deze zal smaken.

Wijn notitie van de wijnen van het Sint Catharinadal

Nu vraagt je je natuurlijk af, kwaliteitswijn uit Nederland, hoe smaakt dat dan. Nu, ik zal je de proefnotitie niet onthouden. De zusters van het Sint Catharinadal produceren drie soorten wijn; een houtgelagerde chardonnay (en het paradepaardje), en blend en zoals gezegd een rosé.

Houtgelagerde Chardonnay 2018 Sint Catharinadal
Het pareltje van de wijngaard, de houtgelagerde chardonnay 2018

De houtgelagerde chardonnay is flonkerend en groengeel van kleur met een lichte intensiteit. De frisse, zuivere neus kent een medium geurintensiteit van appel en citroen. Verder bespeur je het vettige van boter (door mlf) en rokerige, vanille van houtrijping. Het Is een droge wijn, hoog in het zuur met gemiddeld alcohol. Je bemerkt het groene fruit, de room of boter en houtrijping. De wijn kent een aangename frisse afdronk met verlengde rook tonen. Dit jaargang lijkt beter in balans te zijn dan vorig jaar gelet op zuurgraad en hout. En zal menig persoon op het verkeerde been zetten denkend dat het een bourgogne wijn is!

De bleekgele blend van Auxerrois, Pinot Blanc en Pinot Gris kent een frisse geur van citrus en steenfruit. De verfijnde zuren geven de wijn een sprankelende frisheid van kruisbes, citrus, perzik. Met iets mineraligs. De wijn heeft een prettige afdronk, maar blijft niet te lang hangen en is gewoon een zeer plezant en verfrissend glas wijn.

St Catharinadal blend
De frisse blend van Auxerrois, Pinot Blanc en Pinot Gris
St Catharinadal Rosé
De fruitige rosé van de zusters.

Tenslotte de mooi zalmroze rosé. De 2018 oogst is beduidend beter dan de zeer zoete 2017. De wijn heeft een mooie neus van aardbeien en frambozen, met een grondige of minerale hint. Mede door de mooie verfijnde zuren komen deze smaken perfect terug in het palet van de wijn. De afdronk is mooi lang van deze niet al te complexe wijn. Maar is fantastisch op een mooie zomer middag of avond. Een absolute aanrader.

Conclusie

Natuurlijk is Sint Catharinadal niet de enige wijn producent in Nederland, sterker nog er zijn ruim 200 wijngaarden in Nederland! Helaas schrikken mensen soms van prijzen, maar om het commercieel interessant te houden voor de wijngaardbeheerders liggen prijzen wel iets hoger dan de gemiddelde prijs die Nederlanders aan wijn besteden. Mocht u hier meer over willen weten kunt u altijd contact met ons opnemen via het contact formulier of telefoon. Of je kan natuurlijk langs gaan bij de zusters!

Hoe en wat proeven we?

Hoe proeven we?

In de voorgaande blogs is het steeds gegaan over hoe wijn smaakt. Maar wat bepaalt smaak nu eigenlijk? Je proeft met smaakpapillen. Er zitten wel 10.000 papillen in je mond, waarvan de meeste op de tong. Er zijn vier basis smaken die men kan proeven; zout, zuur, zoet en bitter. Nu hoor je de laatste tijd steeds vaker dat er een vijfde smaak is; umami. Umami is het Japanse woord voor hartig of heerlijkheid.

Wat zijn eigenlijk smaken?

Smaak laat je genieten van eten en drinken. Wanneer je een stof in de mond neemt ontstaat er een chemische reactie  tussen de stof en de smaakpapillen. Deze reactie heet sensatie.

Elke smaakpapil bestaat uit honderden smaakgevoelige cellen die het signaal van smaak doorgeven aan de hersenen. Smaken zijn alleen waarneembaar wanneer deze zijn opgelost in speeksel. Dus wanneer de mond meer speeksel produceert, helpt dit bij het proeven en onderscheiden van smaken.

De vijf basis smaken

Smaken houden verband met typen voedsel/drank waar het lichaam op reageert. Elke smaak laat de papillen reageren om een sensatie teweeg te brengen. Zoetheid helpt ons energierijk voedsel te identificeren. Een bittere smaak fungeert als waarschuwing dat iets giftig kan zijn. Umami daarentegen geeft een signaal af van eiwitrijk eten. Iedere smaakpapil op de tong kan iedere smaak registreren, maar bij wijn proeven hanteren we vooral het volgende overzicht;

Smaak papillen
  • Vooraan op de tong de zoetheid (speeksel wordt dikker)
  • Zijkant-vooraan overwegend zout (maakt smaken sterker)
  • Zijkant-achteraan overwegend zuur (maakt speeksel dunner)
  • Achterop de tong bitterheid (geeft een droger mondgevoel)
  • Umami bevindt zich op de gehele tong
  • En laten we tannine niet vergeten, dit kenmerkt zich door de bitterheid op het tandvlees

Leuk detail is dat smaakpapillen ook op je gehemelte zit, welke belangrijk zijn voor de nasmaak. Bij het slikken duw je namelijk je tong tegen je gehemelte aan. Dit drukt de smaakstoffen tegen deze papillen waardoor de smaken extra worden benadrukt.

Ook het reukvermogen heeft een invloed op smaak, omdat de neusholte inwendig verbonden is met de mond. Wanneer je proeft, zullen de meeste mensen eerst ruiken aan de wijn. Hierdoor onderscheid je de eerste geuren. Wanneer je vervolgens de wijn in de mond neemt, worden de aroma’s voor de tweede keer waargenomen. Maar de perceptie is anders, omdat de vloeistof in de mond warmer wordt. Ook omdat de enzymen in ons speeksel het aromaprofiel van de wijn kan beïnvloeden. Omdat neus en mond zo verweven zijn, hebben externe factoren grote invloeden op ons reuk- en smaakvermogen. Wanneer iemand verkouden is of een allergische aanval heeft, zal je bemerken dat zowel je reuk- als je smaakvermogen drastisch vermindert.

Wat proef ik in wijn?

Maar hoe zit het dan met wijn en smaken? Waarom smaakt de ene wijn fruitig en de andere wijn juist niet? Nu, dit heeft diverse oorzaken. De druif die wordt gebruikt (bijvoorbeeld een torrontes is bijzonder “bloemig” daar waar een chardonnay heel “steels” is). De ene druif heeft veel profijt van wijnmaak techniek (zoals de chardonnay) daar waar de andere wijn voor zichzelf spreekt (zoals de torrontes dus).

Zoals gezegd de wijnmaak techniek heeft hier ook een invloed op. Wijnmaak technieken moet je denken aan malolactische vergisting; MLF (omzetten van zure appelzuren naar melkzuren), rijping op vat of stalen tanks (het eerste geeft smaakstoffen af, daar waar staal vanzelfsprekend geen additionele smaken afgeeft), of het laten liggen op lie (de wijn in contact laten met dode gistcellen). En zo zijn er nog vele andere invloeden.

Ook is de geografische ligging (zowel breedtegraad als hoogte) van groot belang. Net als het terroir (de bodem) en de klimatologische omstandigheden. Een pinot noir uit de Bourgogne (koel klimaat) zal heel anders smaken dan één uit Yarra Valley Australië (warm klimaat) deze neigen naar meer door ontwikkeld (gestoofd) fruit.

Conclusie

Is er dan een vuistregel hoe wijn kan smaken? Nou de conclusie is dus; eigenlijk niet. In een volgend blog zal ik verder ingaan op hoe je nu wijn kan proeven (ja er is meer tussen hemel en aarde dan alleen de wijn doorslikken…). En ook een aantal opties hoe wijn en eten elkaar kunnen versterken.

Orange wines

Wat zijn orange wines?

Heb je ooit gehoord van Orange wines? Niet? Je bent niet de eerste, en toch bestaat deze wijn al vele jaren. Het is een witte wijn gemaakt gemaakt op dezelfde vinificatie als rode wijn. Namelijk door de druivenschillen te weken in de most. Most is het versgeperste maar nog niet vergiste sap van de druiven. In de 20e eeuw gingen frisse witte wijnen de markt domineren en heeft er een “technische correctie” plaatsgevonden in het wijnmaak proces voor witte wijn. Schil weking werd niet meer toegepast voordat de fermentatie zou beginnen (wanneer suikers worden omgezet in alcohol). Schillen bevatten natuurlijke kleurstoffen, gisten, fenolen en tannines. Deze beïnvloeden de kleur, smaak en textuur van de wijn. Omdat in orange wines deze invloeden juist wel worden toegepast, verkrijgt deze haar specifieke kleur en volle body.

Geschiedenis

Zoals aangegeven bestaan orange wines reeds vele jaren. Deze vinificatie wordt al voor duizenden jaren toegepast in Georgië. Hier rijpen wijnen niet op (eiken) houten vaten, maar in grote aardewerken amforen (kvevri genaamd). Deze kvevri zijn in de grond begraven met de opening boven de grond. In het moderne wijn maken ligt wijn in kelders opgeslagen voor constante temperatuur en rijping/gisting. Door amfora’s in de aarde te begraven, krijg je hetzelfde gewenste effect.

Wijnkenmerken

Nu moet je niet denken dat orange wines altijd knaloranje zijn. Afhankelijk van het gebruikte druivenras, lengte van schilcontact en de vinificatie, varieert de kleur van geel tot oker en van rozig tot donker oranje. Doordat de wijn langer op schil heeft gelegen (soms wel tot meer dan een jaar), is de wijn stabieler en kan dus langer bewaard worden. Aanwezige tannines (wat je dus niet gewend bent van witte wijnen) hebben hier een belangrijke invloed in. Orange wines hebben een stevigere body dan de witte tegenhanger. Het mag nu dus wel duidelijk zijn dat orange wines toch echt anders zijn dan witte wijn.

Productie

Orange wines komt dus reeds duizenden jaren voor in het huidige Georgië. Maar ook voor honderden jaren in Italië en Slovenië. Echter tegenwoordig zie je dat orange wines uit een breed scala van landen kan komen; Duitsland, Oostenrijk, Spanje, Frankrijk. En ja zelfs Nederland (bijvoorbeeld wijngaard Dassemus uit Chaam). Ondanks de uitgestrektheid, wordt de markt niet overspoeld. Orange wines kenmerkt zich door de boutique productie. Het is echt een niche markt.

Wijnbeschrijving

Nu heb ik de eer gehad mijn hand te kunnen leggen op een fles uit Romagna, Italië. De Vitalba Albana van Tre Monti. De wijn heeft 100 dagen gerijpt in een Georgische kvevri en kent een biologische natuurwijn certificaat. De wijn is gemaakt van de in Nederland redelijk onbekende druif Albana. Maar lokaal in Romagna is deze bekroond met een eigen DOCG.

Vitalba, Albana in amfora van Tre Monti
De mooie, licht oranje Vitalba.

Samen met een goede vriendin heb ik genoten van deze wijn. De wijn is mooi licht oranje van kleur. De overdadige honing stuift uit het glas met een mooie minerale ondertoon. Ondanks de honing explosie verrast deze droogheid van deze wijn menig persoon. De wijn kent een mooie zuurgraad met volle romige body en gemiddelde tannine structuur. Ze kent een bloemig palet, licht citrus – ondersteunt door de zuren – en marmelade. De wijn blijft mooi lang hangen in de mond dankzij de mooie minerale afdronk.

Kortom de wijn is erg verrassend. Waar je een zoete wijn verwacht nadat je deze geroken hebt, is deze droog en erg complex met vele lagen. De wijn heeft een volle body met hoge alcohol (14.5%!), maar kent een mooi balans met hoge zuurgraad en primaire smaken.

Wijn-spijs

Nu is de vraag, wat gaat goed samen met zo een bijzondere wijn. De umami-rijke Aziatische keuken is een goede keuze (sushi, curries), maar ook gerijpte kazen en gerookte ham misstaan niet naast deze wijn.

Grüner veltliner

Uiterlijk

De grüner veltliner groeit in een compacte, langwerpige tros en heeft bladeren met diepe inkepingen. ‘De groene uit Veltlin’ is sterk en levert van nature veel druiven. Te hoge opbrengsten geven karakterloze wijnen, maar wie de groei beperkt, oogst druiven met bijzondere kwaliteiten. Een van de kenmerken is dat hij laat rijpt. Laatrijpende druiven hebben doorgaans een warme herfst nodig om zich volledig te ontwikkelen. Een goede grüner veltlineroogst betekent: rijpe, suikerrijke druiven met flinke, zachte zuren.

Oorsprong

Hoewel hij op meer plaatsen in Oost-Europa voorkomt en er op kleine schaal in Nieuw-Zeeland mee wordt geëxperimenteerd, hoort grüner veltliner bij Oostenrijk. Niet voor niets wordt deze druif beschouwd als de trots van Oostenrijk. Een van de drie wijnstokken daar is grüner veltliner. De druif komt het meest voor in Niederösterreich, het gebied ten noorden van Wenen. Engelstaligen kunnen de naam niet goed uitspreken en noemen hem liefkozend Gru-Ve, groovy, wat ‘gaaf’ en ‘geweldig’ betekent. De droge, frisfruitige Grüner Veltliners met duidelijke peperaroma’s komen uit het Weinviertel, de krachtiger soorten met minerale aroma’s komen onder andere uit Wachau.
Ook in Hongarije komt deze druif geregeld voor onder de naam Zöldveltelini.

Smaakkenmerken

Grüner Veltliners zijn meestal droog en verfrissend. Er zijn Grüner Veltiners met sappige aroma’s van wit fruit als appel en peer. Andere hebben juist het weelderige van meer exotische vruchten, zoals ananas en nectarine. Kenmerk van veel Grüner Veltliners is het kruidige toontje van versgemalen peper. Opvallend zijn de verfrissende maar tegelijkertijd zachte zuren. Zij geven de wijn pit en spanning. Hoewel er lekkere, op vat gelagerde Grüner Veltliners bestaan, is de druif in het algemeen beter af zonder rijping op nieuw eikenhout. Hout geeft te veel smaak af waardoor de delicate aroma’s en structuur van de druif niet meer goed tot hun recht komen. Zonder rijping op nieuw eikenhout kan hij zijn terroir beter tonen.

Wijn-spijs

Grüner Veltliner is de lieveling van veel sommeliers. Door zijn volle smaak met zachte zuren past deze wijn namelijk bij gerechten waar geen andere wijn bij te vinden is. In Oostenrijk zelf presenteren ze hun vlaggenschip graag bij wienerschnitzel, maar er zijn legio andere mogelijkheden. Een droge, geurige Grüner Veltliner is ook de perfecte partner van gewokte groene groenten, alles met paddenstoelen en van zoetzure Aziatische gerechten, waaronder koe loe yuk en curry.

Misleidende druivennamen: Pinot Gris/Grigio

Achtergrond

Er zijn ontzettend veel druivensoorten, maar wist u dat er in verschillende regio’s verschillende namen worden gebruikt voor eigenlijk eenzelfde druif? Het meest aansprekende voorbeeld is denk ik wel pinot gris (vooral bekend uit Elzas, Frankrijk maar ook zeker bekend in Califonië US en Nieuw Zeeland) en pinot grigio (vooral bekend uit Trentino-Alto Adige en Veneto, Italië). Tevens is deze druif ook bekend onder de namen Rülander of Grauburgunder (Duitsland) en in Hongarije Szürkebarát. Origineel heette pinot gris in de Elzas Tokay d’Alsace. Maar dat is niet meer toegestaan om de verwarring met de Hongaarse Tokaji-druif te voorkomen. Tenslotte sta ik even stil bij de naam Malvoisie (Valais, Zwitserland) welke je niet dient te verwarren met Malvasia waar in Italië een zoete wijn van wordt gemaakt! Hoe bedoel je misleidende druivennamen, Pinot Gris/Grigio is een goed voorbeeld.

De pinot gris is een kleuren mutatie van de pinot noir. Vandaar dat de oorsprong dan ook in Bourgogne (FR) plaats vindt. In de Middeleeuwen werd deze druif daar Fromenteau genoemd. De naam pinot gris is geïntroduceerd rond 1783-1784 in de wijngaarden van Côte d’Or (Rézeau, 1997).

Viticulture

Ondanks dat dit dezelfde druif is, zult u bemerken dat de smaken erg verschillen. Oorzaak ligt in het terroir waar de wijngaard ligt en de wijnmaak technieken. De vrucht heeft van nature suikers maar weinig zuur. Daarom komt deze het best tot zijn recht in koelere klimaten; in warme klimaten zou dit leiden tot een wat saaie zoetige wijn. Doordat de schil weinig kleurstoffen bevat (deze is grijzig en neigt naar roze indien de druif goed rijp is) maakt men er vooral witte wijn en een rosé (vaak aangeduid als “Blush”). Echter in koel klimaat met veel neerslag is de kans op rotting groter, omdat de kleine druiven in compacte trossen op elkaar zitten. Wanneer de druif i.v.m. najaarsregens vroeg geplukt wordt, zal de druif zijn aromatische smaak nog niet ontwikkeld hebben en krijg je neutralere wijnen. In de Elzas wordt deze druif vaak laat geplukt (vendange tardive) wat deze wijn een milde tot zoete smaak geeft.

Pinot gris

De pinot gris is over het algemeen complexer, voller en iets wat zoeter van smaak. Abrikoos, banaan en mango zijn vaak kenmerkend aroma’s. Bij hoge kwaliteitswijnen, vaak de meer zoete die langer kunnen rijpen, zijn tonen van honing en gember waar te nemen. De wijn gaat, als een van de weinige wijnen, heel goed samen met (pittige) Aziatische gerechten. De volheid is een mooie aanvulling op de kruidige gerechten, terwijl het lichte zoete een goede combo is met de pittigheid. Tevens past deze ook heel goed bij kip of kalkoen gerechten.

Pinot grigio

De pinot grigio daarentegen is gelegen in het koelere hoger gelegen Trentino-Alto Adige en Veneto. De wijn is soepel en heeft frisse zuren en aroma’s van appel. peer en citrus. De wijn is perfect om direct te drinken en matched uitstekend bij Italiaanse ham en kaas of prima als aperitief.