Hoe en wat proeven we?

Hoe proeven we?

In de voorgaande blogs is het steeds gegaan over hoe wijn smaakt. Maar wat bepaalt smaak nu eigenlijk? Je proeft met smaakpapillen. Er zitten wel 10.000 papillen in je mond, waarvan de meeste op de tong. Er zijn vier basis smaken die men kan proeven; zout, zuur, zoet en bitter. Nu hoor je de laatste tijd steeds vaker dat er een vijfde smaak is; umami. Umami is het Japanse woord voor hartig of heerlijkheid.

Wat zijn eigenlijk smaken?

Smaak laat je genieten van eten en drinken. Wanneer je een stof in de mond neemt ontstaat er een chemische reactie  tussen de stof en de smaakpapillen. Deze reactie heet sensatie.

Elke smaakpapil bestaat uit honderden smaakgevoelige cellen die het signaal van smaak doorgeven aan de hersenen. Smaken zijn alleen waarneembaar wanneer deze zijn opgelost in speeksel. Dus wanneer de mond meer speeksel produceert, helpt dit bij het proeven en onderscheiden van smaken.

De vijf basis smaken

Smaken houden verband met typen voedsel/drank waar het lichaam op reageert. Elke smaak laat de papillen reageren om een sensatie teweeg te brengen. Zoetheid helpt ons energierijk voedsel te identificeren. Een bittere smaak fungeert als waarschuwing dat iets giftig kan zijn. Umami daarentegen geeft een signaal af van eiwitrijk eten. Iedere smaakpapil op de tong kan iedere smaak registreren, maar bij wijn proeven hanteren we vooral het volgende overzicht;

Smaak papillen
  • Vooraan op de tong de zoetheid (speeksel wordt dikker)
  • Zijkant-vooraan overwegend zout (maakt smaken sterker)
  • Zijkant-achteraan overwegend zuur (maakt speeksel dunner)
  • Achterop de tong bitterheid (geeft een droger mondgevoel)
  • Umami bevindt zich op de gehele tong
  • En laten we tannine niet vergeten, dit kenmerkt zich door de bitterheid op het tandvlees

Leuk detail is dat smaakpapillen ook op je gehemelte zit, welke belangrijk zijn voor de nasmaak. Bij het slikken duw je namelijk je tong tegen je gehemelte aan. Dit drukt de smaakstoffen tegen deze papillen waardoor de smaken extra worden benadrukt.

Ook het reukvermogen heeft een invloed op smaak, omdat de neusholte inwendig verbonden is met de mond. Wanneer je proeft, zullen de meeste mensen eerst ruiken aan de wijn. Hierdoor onderscheid je de eerste geuren. Wanneer je vervolgens de wijn in de mond neemt, worden de aroma’s voor de tweede keer waargenomen. Maar de perceptie is anders, omdat de vloeistof in de mond warmer wordt. Ook omdat de enzymen in ons speeksel het aromaprofiel van de wijn kan beïnvloeden. Omdat neus en mond zo verweven zijn, hebben externe factoren grote invloeden op ons reuk- en smaakvermogen. Wanneer iemand verkouden is of een allergische aanval heeft, zal je bemerken dat zowel je reuk- als je smaakvermogen drastisch vermindert.

Wat proef ik in wijn?

Maar hoe zit het dan met wijn en smaken? Waarom smaakt de ene wijn fruitig en de andere wijn juist niet? Nu, dit heeft diverse oorzaken. De druif die wordt gebruikt (bijvoorbeeld een torrontes is bijzonder “bloemig” daar waar een chardonnay heel “steels” is). De ene druif heeft veel profijt van wijnmaak techniek (zoals de chardonnay) daar waar de andere wijn voor zichzelf spreekt (zoals de torrontes dus).

Zoals gezegd de wijnmaak techniek heeft hier ook een invloed op. Wijnmaak technieken moet je denken aan malolactische vergisting; MLF (omzetten van zure appelzuren naar melkzuren), rijping op vat of stalen tanks (het eerste geeft smaakstoffen af, daar waar staal vanzelfsprekend geen additionele smaken afgeeft), of het laten liggen op lie (de wijn in contact laten met dode gistcellen). En zo zijn er nog vele andere invloeden.

Ook is de geografische ligging (zowel breedtegraad als hoogte) van groot belang. Net als het terroir (de bodem) en de klimatologische omstandigheden. Een pinot noir uit de Bourgogne (koel klimaat) zal heel anders smaken dan één uit Yarra Valley Australië (warm klimaat) deze neigen naar meer door ontwikkeld (gestoofd) fruit.

Conclusie

Is er dan een vuistregel hoe wijn kan smaken? Nou de conclusie is dus; eigenlijk niet. In een volgend blog zal ik verder ingaan op hoe je nu wijn kan proeven (ja er is meer tussen hemel en aarde dan alleen de wijn doorslikken…). En ook een aantal opties hoe wijn en eten elkaar kunnen versterken.

Grüner veltliner

Uiterlijk

De grüner veltliner groeit in een compacte, langwerpige tros en heeft bladeren met diepe inkepingen. ‘De groene uit Veltlin’ is sterk en levert van nature veel druiven. Te hoge opbrengsten geven karakterloze wijnen, maar wie de groei beperkt, oogst druiven met bijzondere kwaliteiten. Een van de kenmerken is dat hij laat rijpt. Laatrijpende druiven hebben doorgaans een warme herfst nodig om zich volledig te ontwikkelen. Een goede grüner veltlineroogst betekent: rijpe, suikerrijke druiven met flinke, zachte zuren.

Oorsprong

Hoewel hij op meer plaatsen in Oost-Europa voorkomt en er op kleine schaal in Nieuw-Zeeland mee wordt geëxperimenteerd, hoort grüner veltliner bij Oostenrijk. Niet voor niets wordt deze druif beschouwd als de trots van Oostenrijk. Een van de drie wijnstokken daar is grüner veltliner. De druif komt het meest voor in Niederösterreich, het gebied ten noorden van Wenen. Engelstaligen kunnen de naam niet goed uitspreken en noemen hem liefkozend Gru-Ve, groovy, wat ‘gaaf’ en ‘geweldig’ betekent. De droge, frisfruitige Grüner Veltliners met duidelijke peperaroma’s komen uit het Weinviertel, de krachtiger soorten met minerale aroma’s komen onder andere uit Wachau.
Ook in Hongarije komt deze druif geregeld voor onder de naam Zöldveltelini.

Smaakkenmerken

Grüner Veltliners zijn meestal droog en verfrissend. Er zijn Grüner Veltiners met sappige aroma’s van wit fruit als appel en peer. Andere hebben juist het weelderige van meer exotische vruchten, zoals ananas en nectarine. Kenmerk van veel Grüner Veltliners is het kruidige toontje van versgemalen peper. Opvallend zijn de verfrissende maar tegelijkertijd zachte zuren. Zij geven de wijn pit en spanning. Hoewel er lekkere, op vat gelagerde Grüner Veltliners bestaan, is de druif in het algemeen beter af zonder rijping op nieuw eikenhout. Hout geeft te veel smaak af waardoor de delicate aroma’s en structuur van de druif niet meer goed tot hun recht komen. Zonder rijping op nieuw eikenhout kan hij zijn terroir beter tonen.

Wijn-spijs

Grüner Veltliner is de lieveling van veel sommeliers. Door zijn volle smaak met zachte zuren past deze wijn namelijk bij gerechten waar geen andere wijn bij te vinden is. In Oostenrijk zelf presenteren ze hun vlaggenschip graag bij wienerschnitzel, maar er zijn legio andere mogelijkheden. Een droge, geurige Grüner Veltliner is ook de perfecte partner van gewokte groene groenten, alles met paddenstoelen en van zoetzure Aziatische gerechten, waaronder koe loe yuk en curry.

Primitivo of Zinfandel?

In dit tweede deel wil ik het graag hebben over de Italiaanse primitivo en de Amerikaanse zinfandel

De primitivo is een druif die een volle wijn kan maken, afkomstig uit het zuid Italiaanse Puglia. De wijn kenmerkt zich door de donkere (intense) kleur, sappig van rijp gestoofd zwart fruit en kruidigheid. Doordat de druif veel suiker aanmaakt heeft de wijn vaak een hoog alcohol percentage.

De zinfandel daarentegen groeit in California,  USA en wordt vaak liefkozend “Zin” genoemd.  Ongeveer 10% van de Californische wijnareaal bestaat uit zinfandel. Zinfandel wordt vooral gebruikt om licht zoete witte wijn maar ook rosé te maken (blush-stijl; licht in alcohol waardoor jongeren deze ook mogen drinken). Echter sinds de jaren 90 van de vorige eeuw worden in de Amerikaanse AVA’s zoals Napa Valley en Sonoma County volle rode wijn gemaakt, veelal van oude wijn stokken. Deze wijn wordt gekenmerkt door  de smaak van blauwe bessen, cassis, en rijpe pruim. Maar ook kruidigheid in de vorm van peper en soms zelfs drop worden bespeurd. Indien de wijn houtrijping heeft gehad, zijn tonen van karamel en vanille merkbaar. Daarnaast kan de afdronk rokerig zijn.

Maar wat hebben deze twee, zo op het wijn makend oog, gemeen? Nou het blijkt dezelfde druif te zijn! Hoe de primitivo in Amerika is beland is onbekend. De oorsprong van de primitivo/zinfandel ligt in Kroatië, waar dezelfde druif crijenak kastelanski heet (of de oude naam tribidag welke reeds in 15e eeuw voorkomt). Er zijn inmiddels subtiele genetische verschillen ontstaan aangezien de drie druiven zo lang gescheiden zijn.

Misleidende druivennamen: Pinot Gris/Grigio

Achtergrond

Er zijn ontzettend veel druivensoorten, maar wist u dat er in verschillende regio’s verschillende namen worden gebruikt voor eigenlijk eenzelfde druif? Het meest aansprekende voorbeeld is denk ik wel pinot gris (vooral bekend uit Elzas, Frankrijk maar ook zeker bekend in Califonië US en Nieuw Zeeland) en pinot grigio (vooral bekend uit Trentino-Alto Adige en Veneto, Italië). Tevens is deze druif ook bekend onder de namen Rülander of Grauburgunder (Duitsland) en in Hongarije Szürkebarát. Origineel heette pinot gris in de Elzas Tokay d’Alsace. Maar dat is niet meer toegestaan om de verwarring met de Hongaarse Tokaji-druif te voorkomen. Tenslotte sta ik even stil bij de naam Malvoisie (Valais, Zwitserland) welke je niet dient te verwarren met Malvasia waar in Italië een zoete wijn van wordt gemaakt! Hoe bedoel je misleidende druivennamen, Pinot Gris/Grigio is een goed voorbeeld.

De pinot gris is een kleuren mutatie van de pinot noir. Vandaar dat de oorsprong dan ook in Bourgogne (FR) plaats vindt. In de Middeleeuwen werd deze druif daar Fromenteau genoemd. De naam pinot gris is geïntroduceerd rond 1783-1784 in de wijngaarden van Côte d’Or (Rézeau, 1997).

Viticulture

Ondanks dat dit dezelfde druif is, zult u bemerken dat de smaken erg verschillen. Oorzaak ligt in het terroir waar de wijngaard ligt en de wijnmaak technieken. De vrucht heeft van nature suikers maar weinig zuur. Daarom komt deze het best tot zijn recht in koelere klimaten; in warme klimaten zou dit leiden tot een wat saaie zoetige wijn. Doordat de schil weinig kleurstoffen bevat (deze is grijzig en neigt naar roze indien de druif goed rijp is) maakt men er vooral witte wijn en een rosé (vaak aangeduid als “Blush”). Echter in koel klimaat met veel neerslag is de kans op rotting groter, omdat de kleine druiven in compacte trossen op elkaar zitten. Wanneer de druif i.v.m. najaarsregens vroeg geplukt wordt, zal de druif zijn aromatische smaak nog niet ontwikkeld hebben en krijg je neutralere wijnen. In de Elzas wordt deze druif vaak laat geplukt (vendange tardive) wat deze wijn een milde tot zoete smaak geeft.

Pinot gris

De pinot gris is over het algemeen complexer, voller en iets wat zoeter van smaak. Abrikoos, banaan en mango zijn vaak kenmerkend aroma’s. Bij hoge kwaliteitswijnen, vaak de meer zoete die langer kunnen rijpen, zijn tonen van honing en gember waar te nemen. De wijn gaat, als een van de weinige wijnen, heel goed samen met (pittige) Aziatische gerechten. De volheid is een mooie aanvulling op de kruidige gerechten, terwijl het lichte zoete een goede combo is met de pittigheid. Tevens past deze ook heel goed bij kip of kalkoen gerechten.

Pinot grigio

De pinot grigio daarentegen is gelegen in het koelere hoger gelegen Trentino-Alto Adige en Veneto. De wijn is soepel en heeft frisse zuren en aroma’s van appel. peer en citrus. De wijn is perfect om direct te drinken en matched uitstekend bij Italiaanse ham en kaas of prima als aperitief.